Geen vermelding betreft nuttigen bij claim inzake ziekterisicobeperking
HvJ EU 18 juli 2013, zaak C-299/12 (Green Swan) - dossier
Prejudiciële vragen gesteld door de Nejvyšší správní soud, Tsjechië.
Uitlegging van artikel 1, lid 3, artikel 2, lid 2, punt 6, en artikel 28, lid 2, van verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Begrip „claim inzake ziekterisicobeperking”. Claim op de verpakking van een product waarbij wordt gesteld: „De bereiding bevat ook calcium en vitamine D3, die een risicofactor voor het ontstaan van osteoporose en breuken helpen beperken”.
Het Hof verklaart voor recht:
1) Artikel 2, lid 2, punt 6, van verordening (...) moet aldus worden uitgelegd dat een gezondheidsclaim, om als „claim inzake ziekterisicobeperking” in de zin van die bepaling te worden aangemerkt, niet noodzakelijkerwijs uitdrukkelijk hoeft te vermelden dat het nuttigen van een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan een risicofactor voor het ontstaan van een ziekte bij de mens „in significante mate” beperkt.
2) Artikel 28, lid 2, van verordening nr. 1924/2006, zoals gewijzigd bij verordening nr. 116/2010, moet aldus worden uitgelegd dat een commerciële mededeling op de verpakking van een levensmiddel een handelsmerk of merknaam in de zin van die bepaling kan vormen op voorwaarde dat zij als een dergelijk merk of een dergelijke naam beschermd wordt door de toepasselijke voorschriften. Het is aan de verwijzende rechter, aan de hand van alle gegevens feitelijk en rechtens van de bij hem aanhangige zaak na te gaan of een dergelijke mededeling inderdaad een handelsmerk of merknaam is waarvoor die bescherming geldt.
3) Artikel 28, lid 2, van verordening nr. 1924/2006, zoals gewijzigd bij verordening nr. 116/2010, moet aldus worden uitgelegd dat het enkel verwijst naar levensmiddelen die zijn voorzien van een als een voedings- of gezondheidsclaim in de zin van deze verordening te beschouwen handelsmerk of merknaam en die in die vorm reeds vóór 1 januari 2005 bestonden.Prejudiciële vragen
1) Is de gezondheidsclaim "De bereiding bevat ook calcium en vitamine D3, die een risicofactor voor het ontstaan van osteoporose en breuken helpen beperken", een claim inzake ziekterisicobeperking in de zin van artikel 2, lid 2, punt 6, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen2, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 2010, hoewel deze claim niet uitdrukkelijk impliceert dat de consumptie van die bereiding een risicofactor voor het ontstaan van de vermelde ziekte in significante mate beperkt?2)Omvat het begrip handelsmerk of merknaam in de zin van artikel 28, lid 2, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 2010, ook een commerciële mededeling op de verpakking van het product?
3) Moet de overgangsbepaling van artikel 28, lid 2, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 2010, aldus worden uitgelegd dat zij verwijst naar levensmiddelen (zonder onderscheid) die bestonden vóór 1 januari 2005 of dat zij verwijst naar levensmiddelen waaraan een handelsmerk of merknaam was verbonden en die in die vorm bestonden voor die datum?