RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Milieu  

RB 1452

Absolute milieuclaims door Citroën

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00491 (Citroën)

Bijzondere Reclamecode. Milieu.

Deze zaak betreft een reclame op de website www.citroen.nl.

Het bezwaar van de klager betreft de claim dat sprake zou zijn van 'absolute milieuvriendelijke onderhoudsproducten' ’, alsmede de afbeelding van de auto en de verwijzing naar het ‘speciale logo’ op de productverpakking dat ‘staat voor de betrokkenheid van Citroën bij het milieu’. Er is sprake van strijd met de artikelen 1, 2, 3 en 7 van de Milieu Reclame Code (MRC).

Volgens de Commissie is er sprake van absolute milieuclaims. Adverteerder heeft de juistheid van deze claims niet aangetoond en de gemiddelde consument kan niet proefondervindelijk vaststellen in hoeverre deze claims waar zijn, de uiting is in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. Met betrekking tot de afbeelding van de auto en het logo op de verpakking treft de klacht geen doel, nu er geen sprake is van een milieuaanduiding of milieusymbool.

Nu zonder nuancering wordt gesproken van milieuvriendelijke producten, is onmiskenbaar sprake van absolute milieuclaims. Nu adverteerder de juistheid van deze claims niet heeft aangetoond en de gemiddelde consument niet zelf proefondervindelijk kan vaststellen in hoeverre deze claims waar zijn, acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 van de MRC.

Weliswaar zal gelden dat de bedoelde producten wellicht milieuvriendelijker zijn dan andere reinigings- en of onderhoudsproducten en staat het adverteerder vrij om in reclame daarop de aandacht te vestigen, maar dit maakt niet dat zij mag stellen dat haar producten in absolute zin milieuvriendelijk zijn.

RB 1397

Verfresten in een vaatwasser

Vz (toewijzing) 24 april 2012, dossiernr. 2012/00330 (Verfkwasten in Miele)

In een commercial worden verfkwasten, een palet en potjes met verfresten in de vaatwasser gedaan. Dit is in strijd met de milieuwetgeving. Door de reclame zouden meer mensen op het idee kunnen komen verfresten door het riool te spoelen. Als verweer wordt aangegeven dat gebruik is gemaakt van natuurverf.

De voorzitter oordeelt dat de gemiddelde consument zal uitgaan van de in het algemeen gebruikte verven, nu er niets over de soort gebruikte verf wordt gebruikt. Er is strijd met de wet (artikel 10.1 lid 2 van de Wet milieubeheer - verbod om zodanige handelingen met betrekking tot afvalstoffen te verrichten of na te laten waarvan hij weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan) en tv-commercial in strijd met het openbaar belang.

Ingevolge artikel 10.1 lid 2 van de Wet milieubeheer is het een ieder verboden om zodanige handelingen met betrekking tot afvalstoffen te verrichten of na te laten waarvan hij weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu (kunnen) ontstaan. Het in een vaatwasser reinigen van gebruikte verfartikelen dient te worden aangemerkt als een verboden handeling als bedoeld in deze bepaling. Verf bevat immers over het algemeen stoffen die bezwaarlijk zijn voor het (water)milieu. Of dat ook het geval is bij “natuurverf”, waarvan volgens Miele in de commercial gebruik wordt gemaakt, kan in het midden blijven, nu over het soort gebruikte verf in de commercial niets wordt gezegd. De gemiddelde consument zal uitgaan van de in het algemeen gebruikte verven.

Consumenten kunnen door de commercial ertoe gebracht worden om, in strijd met genoemde wettelijke bepaling, gebruikt verfmateriaal te reinigen in een (Miele) afwasautomaat. Om deze reden acht de voorzitter de televisiecommercial in strijd met het algemeen belang als bedoeld in artikel 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

TV-Commercial is hier nog te vinden: YouTube.

RB 1396

Fictieve gemeentelijke dienst onvoldoende fictief op de voorzijde

RCC 16 april 2012, dossiernr 2012/00320 (Gamma / Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking), 2012/00320A (Gemeente Deurne - Gamma), 2012/00320B, 2012/00327, 2012/00329 en 2012/00347

Het gaat om een huis-aan-huis verspreide folder tot kaartformaat dichtgevouwen waar op de voorzijde "Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking" staat. Op de achterzijde staat vermeld: "verscherpte controles grofvuil" en een mededeling over de kortingsactie van Gamma en dat dit vrees geeft voor een overvloed aan oude bouwmaterialen (zie hiernaast).

De commissie bevestigt dat er middels het vermelden van een (niet-bestaande) gemeentelijke dienst, het gebruik van een logo en het vermelden van het onderwerp "verscherpte controles" onduidelijkheid bestaat over de aard van de uiting als reclame. Daardoor wordt in strijd gehandeld met artikel 11.1 NRC. Dat er echter ná opening van de kaart sprake is van verwarring, acht de commissie niet aannemelijk. Consumenten worden er niet toe gebracht een transactie te nemen. Er is dus geen strijd met artikel 8.2 NRC. Er is - tot slot - geen strijd met het algemeen belang/goede zeden of schade voor het vertrouwen in reclame ex de artikelen 3 en 5 NRC.

Uit 2012/00320A: De reclame-uiting zorgt voor veel verwarring onder de inwoners van Deurne, vooral omdat daar sinds begin 2012 nieuwe regels voor de inzameling van huisvuil gelden en de gemeente de inwoners daarover schriftelijk heeft bericht. Uitgaand van de uiting in haar geheel, dus buiten- en binnenzijde tezamen, kan niet worden geoordeeld dat Gamma in de uiting beweert dat Gamma door de gemeente wordt aanbevolen, erkend of goedgekeurd. Er wordt niet in strijd met artikel 2 Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response (CBR) gehandeld.

1. (...) Door de wijze van adressering, het vermelden van de “Dienst Gemeentelijke Afvalverwerking” en “de gemeente” als afzender, het gebruik van een op een gemeentewapen gelijkend logo en het vermelden van “Verscherpte controles grofvuil” als onderwerp van de uiting wordt sterk de indruk gewekt dat sprake is van een officiële mededeling van (een dienst van) de gemeente die is bestemd voor de inwoners van die gemeente. Het feit dat op de achterzijde gesproken wordt over “een grote kortingsactie bij Gamma” neemt de onjuiste indruk die wordt gewekt met betrekking tot de aard van de boodschap niet weg. Pas na opening van de dichtgeplakte uiting blijkt duidelijk dat deze reclame van Gamma bevat.

Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 11.1 NRC.

2. Bij opening van de uiting blijkt duidelijk dat sprake is van een reclame-uiting van Gamma. De Commissie acht niet aannemelijk dat de eventuele verwarring die is veroorzaakt door de buitenzijde van de uiting de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Gelet hierop is geen sprake van misleidende reclame in de zin van artikel 8.2 NRC.

 3. De uiting is naar het oordeel van de Commissie evenmin in strijd met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden als bedoeld in artikel 3 NRC dan wel schadelijk voor het vertrouwen in reclame in de zin van artikel 5 NRC. Het enkele feit dat de gemiddelde consument door de buitenkant van de uiting op het verkeerde been kan worden gezet met betrekking tot de aard van de boodschap is, mede gelet op de duidelijkheid daaromtrent na opening van de uiting, niet zodanig ernstig dat sprake is van overtreding van de artikelen 3 en 5 NRC.

Uit 2012/00320A:

4. De Commissie gaat ervan uit dat gemeente Deurne met haar bezwaar tegen de suggestie in de uiting dat Gamma een partij is waar de gemeente achter staat of zelfs mee samenwerkt doelt op punt 4 van Bijlage 1 bij de NRC. Hierin is bepaald dat het onder alle omstandigheden misleidend is om in reclame te beweren dat een adverteerder (met inbegrip van zijn reclame) of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl zulks niet het geval is, of iets dergelijks beweren zonder dat aan de voorwaarde voor de aanbeveling, erkenning of goedkeuring wordt voldaan.
Dit onderdeel van de klacht treft geen doel. Uitgaand van de uiting in haar geheel, dus buiten- en binnenzijde tezamen, kan niet worden geoordeeld dat Gamma in de uiting beweert dat zij door de gemeente wordt aanbevolen, erkend of goedgekeurd.

5. Het beroep van gemeente Deurne op artikel 2 CBR, met het argument dat adverteerder zich niet zodanig heeft geïdentificeerd dat hij gemakkelijk kenbaar was voor de ontvanger, kan alleen op grond hiervan niet worden toegewezen. Gelet op de uiting in haar geheel heeft Gamma voldoende kenbaar gemaakt dat de uiting van haar afkomstig is en niet van de gemeente.

RB 1393

Ecologisch, biologisch (en diervriendelijk)

RCC 29 maart 2012, dossiernr. 2012/00179 (Hanos kaviaar biologisch/ecologisch)

In de uiting, waarvan de titel luidt: “Kaviaar uit Nederland verantwoord gekweekt”, wordt gesteld dat de kweekwijze van de bewuste kaviaar ‘ecologisch, biologisch en diervriendelijk’ is. In de klacht is er niets over 'diervriendelijkheid' vermeld, daarop gaat de Commissie dan ook niet in.

Onder verwijzing naar artikel 23 van de Verordening (EG) Nr. 834/2007 inzake de biologische producten en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) NR. 2092/91, waarin onder meer is bepaald dat de termen vermeld in de bijlage bij deze verordening, waaronder ‘biologisch’ en ‘ecologisch’, kunnen worden gebruikt voor de etikettering van en de reclame voor een product dat voldoet aan de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn vastgesteld.

Commissie: Naar klaagster onweersproken heeft gesteld voldoet de kaviaar waarvoor in de onderhavige uiting reclame wordt gemaakt niet aan de bedoelde voorschriften. Aldus is komen vast te staan dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met de genoemde verordening.
 
Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de reclame is gemaakt in strijd met de wet zoals bedoeld in artikel 2 NRC.

Er is slechts één eerdere uitspraak bekend, LJN BO5322, waarin deze verordening in Nederland is gebruikt.

RB 1370

Atoomstroom en nucleaire opwekking

College van Beroep 17 april 2012, dossiernr. 2011/01170 (Atoomstroom)

Misleidende merknaam Atoomstroom? Nee, geen suggestie dat alle geleverde stroom nucleair is.

In diverse uitingen op internet en op een billboard wordt onder meer gesteld: 100% Atoomstroom, leverancier van 100% met kerncentrale opgewerkt elektriciteit, 100% CO2-vrij 100%kernenergie, etc.. De Klager heeft aangegeven dat Atoomstroom een zogenaamde handelsmix levert die in 2010 slechts uit 4 á 5% uit kernenergie bestond. Het merk ATOOMSTROOM zet consumenten op het verkeerde been. Ten onrechte wordt gesuggereerd dat alle geleverde stroom nucleair is.

Uit het overlegde Stroometiket Atoomstroom 2009 & 2010 volgt dat de handelsmix dus voor 95% bestaat uit opwekking waarbij wel CO2 vrijkomt. De zogenaamde Garanties van Oorsprong (GvO) konden tot 2009 slechts uitgegeven worden voor electriciteit dat het label '100% groen opgewekt' mag dragen. Dit wordt geadministreerd door CertiQ, en vanaf maart 2012 zal dat ook voor nucleaire energie worden bijgehouden door CertiQ.

De adverteerder heeft meegedeeld dat er een overaanbod is van nucleaire GvO’s en dat voor alle stroom die Atoomstroom levert nucleaire GvO’s worden gekocht en afgeboekt. Niet kan worden geoordeeld dat door het gebruik van dat merk in de bestreden uitingen ten onrechte wordt gesuggereerd dat alle door Atoomstroom geleverde stroom nucleair is. Het College stelt Atoom­stroom in de gelegenheid het stroometiket voor 2011 over  te leggen zodra dat beschikbaar is en door de Ener­gie­ka­mer/ NMA is beoordeeld.

In citaten:

De Adverteerder: De SWAP-methode is in het leven geroepen bij gebrek aan nucleaire zogenaamde ‘Garanties van Oorsprong’ (GvO’s). GvO’s zijn de (enige) certificaten waarmee leveranciers van groene stroom er voor zorgen dat de door hen geleverde elektriciteit het label ‘100% groen opgewekt’ mag dragen. Sinds 2009 zijn er wel nucleaire GvO’s verkrijgbaar.

De Commmissie:

(...) Namens Atoomstroom is meegedeeld dat nucleaire GvO’s tot maart 2012 zullen worden geadministreerd op de wijze waarop dat voorheen -voordat CertiQ bestond- in het geval van groene GvO’s gebeurde, maar dat de administratie binnenkort via CertiQ zal verlopen.
Voorts heeft adverteerder meegedeeld dat er een overaanbod is van nucleaire GvO’s en dat voor alle stroom die Atoomstroom levert nucleaire GvO’s worden gekocht en afgeboekt. De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid van deze mededelingen in twijfel te trekken.
Het enkele feit dat de administratie van nucleaire GvO’s op dit moment nog niet via CertiQ verloopt, leidt niet tot het oordeel dat de mededeling “100% Atoomstroom” en mededelingen van diezelfde strekking in de bestreden uitingen misleidend zijn.

Ad 3.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen onder Ad 1 is het bezwaar tegen het merk “Atoomstroom” eveneens ongegrond. Niet kan worden geoordeeld dat door het gebruik van dat merk in de bestreden uitingen ten onrechte wordt gesuggereerd dat alle door Atoomstroom geleverde stroom nucleair is.

Ad 3.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen onder Ad 1 is het bezwaar tegen het merk “Atoomstroom” eveneens ongegrond. Niet kan worden geoordeeld dat door het gebruik van dat merk in de bestreden uitingen ten onrechte wordt gesuggereerd dat alle door Atoomstroom geleverde stroom nucleair is.

Het College...

...wijst de klacht af voor zover het betreft de bestreden reclame-uitingen die in 2008, 2009 en 2010 zijn gepubliceerd.
Het College stelt Atoom­stroom in de gelegenheid het stroometiket voor 2011 over  te leggen zodra dat beschikbaar is en door de Ener­gie­ka­mer/ NMA is beoordeeld.
Houdt in afwachting daarvan ten aanzien van de reclame-uitingen die in 2011 zijn gepubliceerd elke verdere beslissing aan.

 

RB 1336

Geen uitstoot tijdens het rijden

RCC 23 februari 2012, dossiernr. 2012/00051 (Geen uitstoot tijdens het rijden)

Ten onrechte - zo meent klager - wordt in de uiting (YouTube) gesuggereerd dat elektrische auto’s geen uitstoot hebben. De -uit het stopcontact afkomstige- stroom voor het elektrische voertuig wordt opgewekt door kolen- en gascentrales “die uitstoot hebben”. De commissie acht het voldoende duidelijk dat de adverteerder in de uiting op het oog heeft dat er op het moment van het gebruiken van de Renault ZE geen uitstoot optreedt. De vermelding "geen uitstoot tijdens het rijden" zou iets duidelijker in beeld kunnen, maar dit leidt niet tot een ander oordeel. De klacht wordt afgewezen.

Nadat eerst de aandacht is gevestigd op het gebruik van diverse elektrische apparaten en de daarmee gepaard gaande uitstoot, wordt erop gewezen dat er bij de Renault ZE geen sprake is van uitstoot. Daarbij acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat adverteerder hier het oog heeft op het moment van gebruiken van de Renault ZE. Dit volgt uit de vergelijking met andere elektrische apparaten, bij het gebruik waarvan wel uitstoot optreedt en uit de vermelding in beeld: “Geen uitstoot tijdens het rijden”.
Deze laatste vermelding zou naar het oordeel van de Commissie iets duidelijker in beeld kunnen worden gebracht, maar dat leidt niet tot een ander oordeel.
In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat de productie van de voor het elektrische voertuig benodigde stroom geen uitstoot van CO2 mee zou brengen.

RB 1276

Het systeem van megastallen

RCC 7 december 2011, dossiernr. 2011/01140 (Milieudefensie Dieren in megastallen)

Het betreft een radiocommercial en een filmpje op de website van Milieudefensie (en You Tube) waarin bezwaar wordt gemaakt tegen megastallen.

Klacht: Er bestaat geen feitelijke of wetenschappelijke onderbouwing voor de bewering en ten onrechte wordt in de uitingen een relatie gelegd tussen het houden van dieren in megastallen en strafbare handelingen door veehouders.

In de uitingen wordt het systeem van megastallen aangeklaagd, bij Monde van Martin Gaus. De kwalificatie "dierenmishandeling in het groot" overschrijdt niet de grens van het toelaatbare. Er worden geen individuele veehouders die megastallen bezitten beschuldigd. De klacht wordt afgewezen.

Commissie

In de bestreden uitingen wordt bij monde van Martin Gaus door Milieudefensie stelling genomen tegen het systeem van megastallen en worden luisteraars en kijkers opgeroepen te tekenen tegen megastallen. Het staat Milieudefensie in beginsel vrij haar mening over megastallen te geven en de wijze waarop Milieudefensie dat in de onderhavige reclame-uitingen doet, acht de Commissie niet van dien aard dat sprake is van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC).  Door Milieudefensie is voldoende onderbouwd dat de leefomstandigheden van dieren in megastallen leiden tot ernstig en langdurig ongerief bij deze dieren. Naar het oordeel van de Commissie overschrijdt de kwalificatie “dierenmishandeling in het groot” die Milieudefensie hieraan geeft, niet de grenzen van het toelaatbare. Daarbij speelt een rol dat het in het kader van een maatschappelijk debat, waarin de onderhavige reclamecampagne gevoerd wordt, niet ongebruikelijk is een standpunt in scherpe bewoordingen duidelijk te maken. De Commissie acht voldoende duidelijk dat de uitingen geen beschuldiging inhouden van het plegen van strafbare feiten door individuele veehouders die dieren in megastallen houden.
RB 1230

100% groene energie

RCC 1 december 2011, dossiernr. 2011/00872 (GreenChoice 100% groene energie)

Een advertentie in De Telegraaf van 2 september 2011 met als kop: “Greenchoice de enige energieleverancier van 100% groene energie”. Echter de claim “100% groen” kan niet worden waargemaakt. Greenchoice zegt op haar website de CO2-uitstoot te compenseren, maar dat is niet 100% groen. De Commissie wijst klacht af voor wat betreft groene stroom, maar doet aanbeveling voor wat betreft de gaslevering op basis van art. 2 en 3 Milieu Reclame Code.

De mededeling “100% groene energie” moet worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC). Krachtens artikel 2 MRC mogen milieuclaims geen mededelingen bevatten waardoor de consument misleid kan worden over milieuaspecten van het aangeprezen product. In artikel 3 MRC is bepaald dat een milieuclaim aantoonbaar juist dient te zijn, waarbij de bewijslast op de adverteerder rust en zwaardere eisen aan het bewijsmateriaal worden gesteld naarmate de milieuclaim absoluter is geformuleerd.

 
Stroom wordt gekwalificeerd als groene stroom indien bij het opwekken ervan gebruik wordt gemaakt van duurzame bronnen zoals wind, waterkracht, zon en biomassa. Blijkens het bij het verweer overgelegde stroometiket levert Greenchoice uitsluitend groene stroom. Met betrekking tot de geleverde stroom is de claim “100% groen” derhalve juist.
 
Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval voor zover de claim “100% groen” betrekking heeft op het door Greenchoice geleverde gas. Voor gas bestaat nog geen formele, als zodanig gecertificeerde, groene variant. Greenchoice noemt het gas groen omdat – blijkens het overgelegde stroometiket 2010 – 0,03% bestaat uit biogas en 99,97% uit gas waarvan de CO2-uitstoot, die wordt veroorzaakt door het gebruik van aardgas, wordt gecompenseerd. Naar het oordeel van de Commissie is het gebruik van de absolute claim “100% groen” voor een situatie waarin sprake is van CO2-gecompenseerd aardgas met, aldus Greenchoice in de bijlage bij het verweer, als “Resultaat: minimale impact op klimaat, nl geen nadelige invloed op balans aan broeikasgassen”, niet juist. Hieruit kan immers worden afgeleid dat CO2-gecompenseerd gas niet geheel onschadelijk is voor het milieu en met name het klimaat. 
 
Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de absolute claim “100% groene energie”
in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 3 MRC.

RB 1204

Gerefereerd aan milieuaspecten

RCC 28 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00811 (APP Asian Pulp & paper), maar ook 2011/0881A, 2011/0881B, 2011/0881C, 2011/0881D.
Diverse milieugerelateerde klachten, waaronder: In de commercial wordt van de activiteiten van APP gezegd dat deze duurzaam zijn en de natuur in Indonesië ten goede komen. Dit is onjuist en misleidend. Volgens Greenpeace slaat APP de habitat van de Sumatraanse tijger kaal om er wegwerpproducten als tissues van te maken.

Pre-copy advies wordt buiten beschouwing gelaten, uiting wordt getoetst onafhankelijk of openbaarmaken bij indienen of behandeling reeds is gestaakt, het niet nodig om over product te spreken om over reclame te spreken, verantwoordelijk en duurzame rol is inspelen op milieuaspecten, ook door afbeeldingen of suggesties kan misleiding ontstaan, niet duidelijk dat minder wordt aangeplant dan gekapt. Aanbeveling volgt.

1. Een pre-copy advies van de afdeling Monitoring & Compliance staat los van een klachtenprocedure bij de Reclame Code Commissie en de Commissie laat een pre-copy advies buiten beschouwing bij de beoordeling van een klacht.

2. Daarbij  is niet van belang of de betreffende uiting ten tijde van het indienen en/of de behandeling van de klacht daartegen nog steeds openbaar wordt gemaakt. De Commissie beoordeelt klachten immers naar de situatie die er was op het moment van indienen van de klacht, ongeacht of de uiting toen nog openbaar werd gemaakt.

3. Om een uiting als reclame-uiting te kunnen aanmerken is het niet nodig dat in de uiting naar specifieke producten wordt verwezen. Zoals vermeld in de toelichting bij artikel 1 NRC kan reeds de enkele vermelding van de naam van een adverteerder reclame zijn.

4. In de televisiecommercial wordt in beeld en tekst de nadruk gelegd op de “verantwoordelijke en duurzame” leidende rol die APP wil spelen door middel van het (laten) “aanplanten van bomen” en “bebossing van ongecultiveerd land” en “woest terrein”. Nu met deze mededelingen in de televisiecommercial wordt gerefereerd aan milieuaspecten die zijn verbonden aan de producten van APP is sprake van milieuclaims als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC) en is de MRC op deze uiting van toepassing.

5. Blijkens de toelichting bij artikel 2 MRC kan misleiding niet alleen ontstaan door feitelijke mededelingen, maar ook door afbeeldingen en suggesties of juist door het ontbreken van informatie, en gaat het om de totale indruk die de reclame-uiting wekt. De Commissie acht  de televisiecommercial in strijd met het bepaalde in artikel 2 MRC en overweegt daartoe het volgende.

6. Wat er zij van de juistheid van het genoemde aantal van meer dan 200 miljoen geplante bomen per jaar, in de commercial wordt op geen enkele manier duidelijk gemaakt dat APP als een van de grootste pulp- en papierproducenten grotere gedeeltes van de natuurlijke tropische bossen laat omkappen dan dat zij met kleine stekjes, in de vorm van cultuurbos, laat herbeplanten. Hierdoor acht de Commissie de commercial misleidend over de bijdrage die APP levert aan het milieu, en om die reden in strijd met artikel 2 MRC.

RB 1178

Reclame Code Commissie acht milieuclaims papierbedrijf APP misleidend

RCC 28 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00811D (Stichting Greenpeace tegen Asia Pulp & Paper Group)

Met citaat van Rogier Overbeek, Mediareport 10300 De Reclame Code Commissie heeft naar aanleiding van een klacht van Greenpeace afgelopen vrijdag geoordeeld dat een grootschalige reclamecampagne van papier- en pulpfabrikant Asian Pulp and Paper Group (APP) misleidend is.

Onderwerp van de klacht was een intensief uitgezonden televisiecommercial en een in de grote Nederlandse kranten geplaatste advertentie van APP. De TV-commercial stelde dat APP een verantwoordelijke en duurzame leidende rol wil spelen door het aanplanten van bomen. De print advertentie liet een pootafdruk van een tijger zien, met daarbij de slogan ”Stap in onze voetsporen om onze inzet voor biodiversiteit te zien“. Daarbij presenteerde APP zich als opzichter van het milieu en beriep zij zich op diverse milieuprograma’s die zij zou ondersteunen. De televisiecommercial en de advertentie vermeldden echter niet dat APP in werkelijkheid een papierbedrijf is dat verantwoordelijk is voor de kap van grote hoeveelheden tropisch regenwoud in Indonesië.