RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 27 juni 2013
RB 1819
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Antwoord kamervragen Second Love

Antwoord kamervragen over Second Love, Aanhangselen II, 2012/13, 2533.
Vraag 4 en 5 - Bent u van mening dat het onwenselijk is dat de publieke omroep wordt benut om actief relaties te ondergraven? Zo nee, waarom niet? Welke invulling moet in dit verband worden gegeven aan de verantwoordelijkheid die media volgens de wet hebben?

Antwoord 4 en 5
De overheid heeft geen inhoudelijke bemoeienis met en ook geen oordeel over reclame-uitingen. Dit om de vrijheid van meningsuiting en expressie te waarborgen. Adverteerders zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van hun reclame-uitingen.
Reclame-uitingen worden beoordeeld door de Reclame Code Commissie [red. eerder was er reeds een afwijzing: 2012/00289; Er is een klacht ingediend bij de RCC]. Deze toetst aan de hand van de Nederlandse Reclame Code of reclame strijdig is met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden. Het is aan een ieder die van mening is dat een reclame daarmee in strijd is, klachten in te dienen om de mogelijke overtreding vast te laten stellen.
Op grond van de Mediawet is de STER bij de Nederlandse Reclame Code aangesloten. De STER houdt zich strikt aan de normen van de Reclame Code Commissie.

 

Vraag 2 en 3
Onderkent u dat het voor de vitaliteit en draagkracht van de samenleving van cruciaal belang is dat burgers werken aan sterke relaties en gezinnen? Welke initiateven onderneemt u om het versterken van relaties juist te bevorderen?
Wat is uw visie op het feit dat Second love door middel van reclames een bom legt onder relaties, zelfs wanneer het goede huwelijken betreft? Bent u van mening dat dergelijke initiatieven onwenselijk zijn, mede in het licht van de eigen kracht van sociale verbanden, die in het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg juist sterk wordt benadrukt?

Antwoord 2 en 3
Het oordeel dat Second love een bom legt onder relaties laat ik voor uw rekening.
Relaties en relatievorming maken naar het oordeel van het kabinet deel uit van het privédomein van individuele burgers. Het nemen van verantwoordelijkheid hiervoor kan door de overheid niet worden «opgelegd». Dit laat onverlet dat burgers die behoefte hebben aan relatieondersteuning adequaat geholpen worden.

De verantwoordelijkheid voor het realiseren van relatieondersteunend hulpaanbod is neergelegd bij gemeenten en Centra voor Jeugd en Gezin. Gemeenten hebben een belangrijke rol als het gaat om het beschikbaar stellen van lichtere vormen van hulpverlening en (in toenemende mate) de algemene regie op een goed op elkaar aansluitend pakket van beschikbare hulpverlening. Dit geldt ook voor hulpaanbod op het gebied van relatieondersteuning. De rol van gemeenten zal na de decentralisatie van de zorg voor jeugd op dit laatste terrein nog veel belangrijker worden.
Om gemeenten en Centra voor Jeugd en Gezin te ondersteunen bij het vormgeven van relatieondersteunend aanbod, is de handreiking «Relatieondersteunend aanbod voor (aanstaande) ouders» ontwikkeld. In deze handreiking is het in Nederland beschikbare hulpaanbod op het gebied van relatieondersteuning beschreven. Op de website www.voordejeugd.nl is de handreiking via de link https://www.voordejeugd.nl/actueel/nieuws/288-relatieondersteunend-aanbod-voor-aanstaande-ouders te downloaden.