25 jan 2018
Audi a4 Avant niet in assortiment, maar wel in advertentie
RCC 25 januari 2018, RB 3105; Dossiernr 2017/00875 (Autoradam) Aanbeveling. Het betreft een uiting op internetpagina www.autoradam.nl. Daarin staat onder het kopje “Full size Luxe” de foto van (kennelijk) een Audi a4 Avant. De klacht 1. Navraag over de beschikbaarheid van de in de uiting afgebeelde Audi a4 Avant wees uit dat Autoradam deze niet in haar assortiment heeft. Desondanks wordt met deze auto geadverteerd. 2. Bij het ophalen van de vervolgens door klager gehuurde auto bleek het niet om een auto in dezelfde prijsklasse als de Audi a4 Avant te gaan; aan klager werd, voor de prijs van een Audi a4 Avant, een Opel Insignia verhuurd. 3. Ten slotte bleek het vermelde eigen risico van € 300,- niet juist te zijn; in werkelijkheid werd een eigen risico van € 750,- gehanteerd.
Met betrekking tot de verschillende bezwaren oordeelt de Commissie als volgt.
Ad 1.
Door de afbeelding van de Audi a4 Avant in combinatie met de tekst “• Audi a4 Avant of gelijkwaardig” wordt gesuggereerd dat de “Audi a4 Avant” in beginsel voor verhuur beschikbaar is bij adverteerder. Klager heeft echter, onder verwijzing naar een desbetreffende e-mail van adverteerder, onweersproken meegedeeld dat adverteerder de Audi a4 Avant niet (meer) in haar assortiment heeft.
Gelet hierop gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de beschikbaarheid van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad 2.
Bij het ophalen van de vervolgens door klager gehuurde auto bleek het, zo stelt klager, niet om een auto in dezelfde prijsklasse als de Audi a4 Avant te gaan; aan klager werd, voor de prijs van een Audi a4 Avant, een Opel Insignia verhuurd. Volgens de door klager overgelegde afdrukken van de website van adverteerder valt de Opel Insignia, anders dan de Audi a4 Avant, niet onder de categorie “Full size Luxe”, maar onder de categorie “Medium stationwagon”, met een prijs van € 35,- exclusief btw per dag en een prijs per kilometer van € 0,15 exclusief btw. Gevraagd naar een toelichting op haar stelling dat de Opel Insignia een “Full size Luxe” auto betreft, heeft adverteerder meegedeeld dat de vermelding van de Opel Insignia op haar website onder de categorie “Medium stationwagon” berust op een fout, dat deze auto in haar huurfolder en planningssysteem wel in de categorie “Medium stationwagon” staat, en dat, mocht de Commissie betwisten dat de aan klager afgegeven Opel Insignia gelijkwaardig is aan een Audi a4, de Commissie bij de Bovag kan navragen of een Audi a4 gelijkwaardig is aan een Opel Insignia.
Naar het oordeel van de Commissie ligt het op de weg van adverteerder om voldoende aannemelijk te maken dat de aan klager verstrekte Opel Insignia “gelijkwaardig” is als bedoeld in de bestreden uiting aan een Audi a4 Avant en kan adverteerder, naast een verwijzing naar haar huurfolder en planningssysteem, niet volstaan met een verwijzing van de Commissie naar de Bovag om dat na te vragen.
Nu adverteerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Opel Insignia en de Audi a4 gelijkwaardig zijn, gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 (NRC). Omdat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Overigens merkt de Commissie op dat de Opel Insignia op de datum van de zitting van de Commissie, 11 januari 2018, op de website van adverteerder nog steeds onder de categorie “Medium stationwagon” stond.
Ad 3.
In de bestreden uiting staat onder “Huurvoorwaarden” onder meer:
“ …
“(…)
• Eigen risico € 300,- per gebeurtenis”.
Adverteerder heeft niet weersproken dat in werkelijkheid sprake was van een eigen risico van € 750,-. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de risico’s als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.