RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 10 april 2025
RB 3893
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
19 mrt 2025
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 mrt 2025, RB 3893; 2024/00573 (Klager tegen DHL), https://reclameboek.nl/artikelen/bevestigingsmail-van-dhl-is-geen-reclame-aldus-college-van-beroep

Bevestigingsmail van DHL is geen reclame, aldus College van Beroep

CvB RCC 19 maart 2025, RB 3893; 2024/00573 (Klager tegen DHL). Een consument diende een klacht in over een e-mail die hij van DHL ontving na het aanmaken van een account. Volgens hem werd in die mail reclame gemaakt voor de verzenddiensten van DHL, terwijl hij had aangegeven geen commerciële communicatie te willen ontvangen. In de mail stond onder meer: “Zelf een pakket verzenden of terugsturen? Ook dat regel je supersnel, al vanaf €3,15.” De e-mail bevatte bovendien geen afmeldmogelijkheid, wat volgens klager in strijd is met de regels voor e-mailreclame. De Reclame Code Commissie oordeelde dat de e-mail geen reclame is, maar slechts een bevestiging van de accountaanmaak met daarbij een uitleg over de basisfunctionaliteiten van het account. Daarmee zou geen sprake zijn van het “aanprijzen” van diensten. Klager werd daarom niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep bevestigt dit oordeel. Hoewel de e-mail een vanafprijs noemt en wijst op het gemak van verzenden via Mijn DHL, is dat volgens het College onvoldoende om te spreken van een commerciële aanprijzing. De uiting heeft als doel de gebruiker te informeren over wat hij met zijn nieuwe account kan doen — niet om extra diensten te verkopen of promoten. Anders dan in eerdere zaken wordt hier geen prijsvoordeel tegenover andere aanbieders gepresenteerd, en ontbreekt een vergelijkende of wervende toon. Conclusie is dat de e-mail niet onder de definitie van reclame in de zin van de Code e-mail valt. Klager blijft daarom niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de Commissie.

6.1. In beroep dient te worden beoordeeld of de e-mail waartegen de klacht is gericht, een reclame-uiting is. Volgens artikel 1.2 sub a van de Code e-mail, dat in verbinding met artikel 1 NRC dient te worden uitgelegd, wordt onder reclame via e-mail verstaan: het per e-mail aanprijzen van goederen, diensten of denkbeelden, alsmede het vragen van diensten. Bij de vraag of de e-mail aan deze omschrijving voldoet, spitst het geschil zich toe op de volgende tekst in de e-mail: “Zelf een pakket verzenden of terugsturen? Ook dat regel je supersnel, al vanaf €3,15”.

6.2. Anders dan in dossier 2024/00078, waarnaar appellant verwijst, wordt in de nu te beoordelen uiting niet gewezen op een prijsvoordeel ten opzichte van een ander bedrijf dat een vergelijkbare dienst levert. In de uiting wordt een vanaf prijs genoemd voor het verzenden van pakketten vanuit het account. Hiermee wordt de ontvanger geïnformeerd over de diensten die DHL levert en waarvoor men zich door het maken van het account heeft aangemeld. Dat DHL in de e-mail ook wijst op het gemak van die diensten, maakt dit bericht in dit geval nog niet tot een vorm van reclame. DHL prijst daarmee niet afzonderlijk goederen, diensten of denkbeelden aan. Zij wijst in reactie op het aanmaken van het account slechts op de gebruiksmogelijkheden daarvan. Het College komt op grond van het voorgaande, evenals de Commissie, tot het oordeel dat geen sprake is van reclame in de zin van artikel 1 NRC in verbinding met artikel 1.2 sub a Code e-mail, zodat wordt beslist als volgt.