31 mrt 2017
Billboard van Hitler is toelaatbaar
RCC 31 maart 2017, RB 2859; dossiernr. 2017/00137 (Hunting Hitler) Afwijzing. Artikel 2 NRC, goede smaak en fatsoen. Uiting: Het betreft een billboardaffiche voor de televisieserie “Hunting Hitler”, door klaagster gezien op de kruising Westelijke Randweg/Wagenweg op de grens tussen Haarlem en Heemstede. De affiche bevat een foto van een deel van het gezicht van Hitler, met daar overheen de tekst “HUNTING HITLER”. Rechts onderaan de uiting is het logo van de televisiezender “History” te zien. Klacht: Klaagster vindt deze affiche “met een groot portret van de man die 75 jaar geleden zoveel leed heeft veroorzaakt in de wereld”, aldus klaagster, smakeloos. Tegenover nabestaanden van slachtoffers vindt klaagster de afbeelding helemaal respectloos. Klaagster vraagt de Commissie daarom deze reclame te staken en dergelijke respectloze advertenties in de toekomst niet meer te accepteren.
De Commissie stelt voorop dat zij tot taak heeft te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code (NRC). Als de Commissie een reclame-uiting in strijd acht met de NRC, kan zij aan de adverteerder een aanbeveling doen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Een aanbeveling kan ook worden gedaan op een moment dat de reclame-uiting niet meer in het openbaar wordt getoond.
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Bij toetsing aan (één van) deze criteria dient beoordeeld te worden of naar de huidige maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat, mede gelet op de wijze waarop zij is gepubliceerd en het effect dat zij daardoor op het publiek heeft.
De Commissie kan zich voorstellen en heeft er begrip voor dat een deel van het publiek het niet zal waarderen om op de openbare weg te worden geconfronteerd met een grote foto van (een deel van) het gezicht van Hitler. Zij acht de uiting in haar geheel beschouwd echter niet van dien aard, dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Zij overweegt daartoe het volgende.
De affiche houdt een aanprijzing in van de televisieserie “Hunting Hitler”. Het staat adverteerder op zichzelf vrij om reclame te maken voor deze serie. De wijze waarop dat in dit geval gebeurt, meer in het bijzonder het feit dat daarbij gebruik wordt gemaakt van de bewuste afbeelding van Hitler, betekent niet dat de Commissie de uiting ontoelaatbaar acht. Zij neemt daarbij in overweging dat soortgelijke afbeeldingen van Hitler vaker worden getoond bijvoorbeeld in opnames van en documentaires over de Tweede Wereldoorlog. Dat het in de bestreden uiting gaat om een groot portret van Hitler en dat de uiting langs de openbare weg is aangebracht, maakt het oordeel van de Commissie niet anders.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.