RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 8 september 2017
RB 2968
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
22 aug 2017
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 22 aug 2017, RB 2968; (Fietswinkel.nl vandaag besteld, morgen thuis), https://reclameboek.nl/artikelen/fietsenwinkel-nl-mag-niet-langer-meer-met-vandaag-besteld-morgen-thuis-adverteren

Fietsenwinkel.nl mag niet langer meer met "vandaag besteld, morgen thuis" adverteren

Vz. RCC 22 augustus 2017, RB 2968; dossiernr. 2017/00535 (Fietsenwinkel.nl vandaag besteld, morgen thuis) De uiting: Het betreft een televisiecommercial waarin onder meer wordt meegedeeld: “Vandaag besteld, morgen thuis afgeleverd”. De klacht: Adverteerder maakt reclame met de slogan dat als men vandaag bestelt, de bestelling de volgende dag thuis wordt afgeleverd. Klager heeft echter ervaren dat adverteerder in de meeste gevallen een aanzienlijk langere levertijd heeft. Slechts enkele courante modellen zijn op voorraad, maar uit de website van adverteerder blijkt dat voor de meeste modellen de levertijd een of meer weken bedraagt, oplopend tot 60 dagen. Nu geen sprake is van een voorbehoud over de levertijd, is de televisiecommercial misleidend.

1)  De voorzitter verwijst naar eerdere beslissingen van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep over mededelingen die inhouden dat een product dat vandaag wordt besteld morgen wordt geleverd. Dergelijke informatie zal, zoals volgt uit die beslissingen, door de gemiddelde consument als een concrete toezegging worden beschouwd die dient te worden waargemaakt, tenzij in de reclame-uiting voldoende duidelijk op mogelijke uitzonderingen wordt gewezen. In het onderhavige geval betreft het een niet-nader genuanceerde mededeling over de levertijd waarvan adverteerder heeft erkend dat deze in strijd met de NRC is. Nu niet in geschil is dat adverteerder in veel gevallen niet reeds de dag na de bestelling levert, dient de absolute mededeling “vandaag besteld, morgen thuis afgeleverd” onjuist te worden geacht over de levering als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2)  Nu adverteerder erkent dat de uiting onjuist is en deze zal worden aangepast, maar niet duidelijk is hoe deze aanpassing zal luiden, zal de aanbeveling om niet meer op de onderhavige wijze reclame te maken, worden gedaan voor zover nog nodig.

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.