RB
Gepubliceerd op donderdag 23 augustus 2018
RB 3187
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
6 aug 2018
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 6 aug 2018, RB 3187; (Leefbewust.nu), https://reclameboek.nl/artikelen/geen-handelsvergunning-voor-advertentie-op-leefbewust-nu-waar-cannabidiol-wordt-aangeprezen-als-gene

Geen handelsvergunning voor advertentie op leefbewust.nu waar Cannabidiol wordt aangeprezen als geneesmiddel voor ADHD

Voorz. RCC 6 augustus 2018, RB 3187; dossiernr. 2018/00482 (leefbewust.nu) Aanbeveling voor zover nodig. Digitale marketing communicatie. Het betreft de website leefbewust.nu voor zover daarop stond: "Veel voorgeschreven ADHD medicijn is harddrug crystal meth. Een bekende Amerikaanse neuroloog heeft in het nieuws bekend gemaakt dat een veel gebruikt ADHD medicijn voor kinderen eigenlijk gewoon Cristal Meth is. Deze drug wordt in Nederland aan vele kinderen met ADHD voorgeschreven zonder dat ouders weet hebben van de verwoestende effecten hiervan. Dit allemaal terwijl cannabis een veilig en effectief alternatief is (…) naam arts] (…) heeft recent in de media bekend gemaakt dat het populaire farmaceutische medicijn dextro-amfetamine hetzelfde is als de harddrug crystal meth. (…) Wat zijn de veilige alternatieven? Een veilig alternatief voor de symptomen van ADHD is cannabis (…)". Direct onder deze tekst staat een link waarin naar "Rauwe Biologische CBD olie" wordt verwezen. Via deze link bereikt men een pagina van de website van adverteerder waar men cbd-olie (Cannabidiol) kan bestellen.
De klacht: Klaagster stelt dat in de uiting ten onrechte wordt beweerd dat dexamfetamine hetzelfde is als crystal meth. Verder appelleert de tekst van het artikel en de foto daarbij aan gevoelens van angst. Het lijkt een informatief artikel, maar onderaan wordt duidelijk dat het eigenlijk reclame voor cbd-olie betreft. Verder stigmatiseert het artikel mensen die dexamfetamine gebruiken. Zij kunnen hierdoor stoppen met het gebruik van hun medicatie. De uiting is ook in strijd met de Warenwet, nu adverteerder levensmiddelen met medische claims aanprijst in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Klaagster acht de uiting op grond van het voorgaande in strijd met de artikelen 2, 6 en 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de voorzitter
1)  In de bestreden reclame-uiting wordt met zoveel woorden van een "veel voorgeschreven ADHD medicijn" gezegd dat het de "harddrug crystal meth" is. Met dit "medicijn" wordt, zoals verder uit de uiting blijkt, bedoeld: "het populaire farmaceutische medicijn dextro-amfetami­ne". In de uiting wordt cannabis als "een veilig en effectief alternatief" voor dit medicijn aangeprezen. Men kan vervolgens direct onder deze mededeling doorklikken naar de pagina van de website over "Rauwe Biologische CBD olie" die men ook via de website kan bestellen. Hier wordt toegelicht dat CBD staat voor cannabidiol, een stof die volgens die pagina van nature voorkomt in hennepplanten of in cannabis. Naar het oordeel van de voorzitter zal de consument op grond van het voorgaande de bestreden uiting opvatten als reclame voor de cbd-olie die adverteerder onder de naam 'Cannabidiol' op haar website verkoopt, en dat dit in feite het alternatief voor dextro-amfetamine is dat in de bestreden uiting wordt bedoeld.
2)  Als meest verstrekkende klachtonderdeel heeft klaagster aangevoerd dat de uiting door medische claims in strijd is met de Warenwet. De voorzitter oordeelt hierover als volgt. De voorzitter onderschrijft dat in de uiting medische claims worden gebezigd. Het presenteren van een product als een veilig en effectief alternatief voor een geneesmiddel impliceert immers onvermijdelijk dat aan dit product dezelfde geneeskundige werking wordt toegeschreven als die van het geneesmiddel. De gemiddelde consument zal door de bestreden uiting kunnen menen dat men bij ADHD in plaats van een door een arts voorgeschreven geneesmiddel op basis van dextro-amfetamine beter het aangeprezen product kan gebruiken omdat het even effectief én een veilig alternatief voor dit geneesmiddel zou zijn. Daarbij wordt gesuggereerd dat het geneesmiddel zelf niet veilig is, nu het wordt gelijkgesteld aan de "harddrug crystal meth" en dit geneesmiddel "verwoestende effecten" zou hebben. Deze boodschap wordt ondersteund door de foto van een kind dat sterk gedrogeerd lijkt. Daargelaten dat het onaanvaardbaar dient te worden geacht dat op een dergelijke wijze een goedgekeurd geneesmiddel in diskrediet wordt gebracht, geldt dat de uiting door het gebruik van medische claims in strijd met de wet is. Zowel de Geneesmiddelenwet als de Warenwet verbiedt immers het maken van medische claims voor een product als het onderhavige. Ingevolge artikel 1 lid 6 Geneesmiddelenwet geldt echter dat indien een product door zijn kenmerken zowel voldoet aan de definitie van geneesmiddel als aan de definitie van een product in een andere wettelijke regeling, uitsluitend de Geneesmiddelenwet van toepassing is. Nu de Rauwe Biologische CBD olie of Cannabidiol van adverteerder in feite als een veilig en effectief alternatief voor een geneesmiddel wordt gepresenteerd, wordt het product als geneesmiddel gepositioneerd. De gemiddelde consument zal door de uitdrukkelijke vergelijking met een geneesmiddel dit product als geneesmiddel opvatten en verwachten dat het bepaalde therapeutische eigenschappen heeft bij ADHD. De aangeprezen Rauwe Biologische CBD olie of Cannabidiol dient daarom te worden aangemerkt als geneesmiddel overeenkomstig (het aandieningscriterium als bedoeld in) artikel 1 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet.
3)  Nu geoordeeld wordt dat de door adverteerder aangeboden Rauwe Biologische CBD olie of Cannabidiol door de wijze van presenteren als geneesmiddel dient te worden aangemerkt, is vereist dat hiervoor een handelsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet. Niet in geschil is dat een handelsvergunning ontbreekt. Om die reden is de reclame-uiting in strijd met artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet, en daardoor in strijd met artikel 2 NRC. De klacht dat de uiting in strijd met de wet is, treft derhalve in dat opzicht doel. Nu krachtens een wettelijk verbod geen reclame voor het product mag worden gemaakt, komt de voorzitter niet toe aan de beoordeling van de overige grondslagen van de klacht.
4)  De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat de bestreden uiting inmiddels niet meer via de website is te raadplegen. De voorzitter ziet hierin aanleiding de aanbeveling om niet meer op de onderhavige wijze reclame te maken te doen voor zover nodig.