RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 17 januari 2017
RB 2805
||
22 dec 2016
22 dec 2016, RB 2805; dossiernr. 2016/00689 (Homeopatische profylaxe), https://reclameboek.nl/artikelen/homeopathische-profylaxe-wordt-aangeprezen-met-vermeende-risico-s-van-reguliere-vaccinaties

Homeopathische profylaxe wordt aangeprezen met vermeende risico's van reguliere vaccinaties

RCC 22 december 2016, RB 2805; LS&R 1417; Dossiernr. 2016/00689 (Homeopatische profylaxe) vgl. Dossiernr: 2016/00690. Bezwaar tegen beslissing voorzitter; Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter met wijziging van gronden. Strijd met artikel 7 NRC. Klager stelt in het algemeen dat adverteerder tal van behandelingen aanbiedt waarvan de onwerkzaamheid al lang is aangetoond. Adverteerder claimt meer in het bijzonder dat homeopathische profylaxe een werkzaam alternatief is voor reguliere vaccinatie. De homeopathische profylaxe wordt aangeprezen met daarbij de vermelding van vermeende risico's van reguliere vaccinaties.

De Voorzitter: Ten aanzien van uiting 1 (subpagina “Wat is CEASE therapie?”)

2)  Ten aanzien van deze subpagina uiting oordeelt de voorzitter, gelet op de inhoud van de klacht, als volgt. Hier wordt een omschrijving van de CEASE therapie gegeven. Het is adverteerder toegestaan te omschrijven wat deze methode inhoudt en waarvoor deze is bedoeld. Indien echter daarbij een bepaald resultaat van deze methode wordt geclaimd, dient adverteerder dit te onderbouwen wanneer het resultaat gemotiveerd wordt betwist. Naar het oordeel van de voorzitter wordt door de mededeling “Het lichaam kan zo de belastende stoffen verwijderen” een resultaat van de behandeling geclaimd dat door de gemiddelde consument in verband zal worden gebracht met de chronische ziekten of (gedragsmatige) aandoeningen waarnaar aansluitend in de uiting wordt verwezen. In feite wordt in de uiting geclaimd dat adverteerder deze ziekten en aandoeningen kan behandelen doordat het lichaam als gevolg van homeopathische profylaxe de ‘belastende stoffen’ die de oorzaak zijn voor deze ziekten en aandoeningen verwijdert, hetgeen door de gemiddelde consument vermoedelijk als een vorm van een gehele of gedeeltelijke genezing zal worden begrepen. Nu de juistheid van de reclame-uiting op dit punt gemotiveerd is aangevochten, lag het op de weg van adverteerder om de geclaimde effectiviteit van homeopathische profylaxe (het verwijderen van belastende stoffen bij chronische ziekten en aandoeningen) voldoende aannemelijk te maken. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Adverteerder heeft volstaan met naar haar website te verwijzen waar volgens haar voorbeelden van de werking van homeopathische profylaxe zijn te vinden. De voorzitter oordeelt dat adverteerder met deze verwijzing op grond van het voorgaande niet kon volstaan. In zoverre is sprake van het bedrieglijk beweren dat adverteerder in staat is ziekten te genezen als bedoeld in de zin van nummer 16 van de bij artikel 8.5 Nederlandse Reclame Code (NRC) behorende bijlage 1. Uiting 1 is om die reden misleidend en in strijd met artikel 7 NRC.

Ten aanzien van uiting 2 (subpagina “De homeopathische profylaxe”)

3)  Klager maakt bezwaar tegen de mededeling dat homeopathische profylaxe stoffen betreft die gemaakt zijn van de ziekteverwekker, waardoor men het lichaam leert om de échte ziekteverwekker te herkennen en tegen de mededeling dat uit onderzoek blijkt dat het geven van homeopatische profylaxe net zo effectief is als een vaccin. De voorzitter verwijst in zoverre naar hetgeen hierna ten aanzien van uiting 3 aan de orde komt, waarmee uiting 2 onmiskenbaar verband houdt en welke informatie via een steeds aanwezig keuzemenu op de website direct te lezen is. Om de hieronder genoemde redenen acht de voorzitter uiting 2 voor wat betreft deze mededeling in strijd met artikel 4 NRC.

Ten aanzien van uiting 3 (subpagina “Vaccinatie wel/niet”)

4)  Klager maakt bezwaar tegen de mededelingen op deze pagina die het belang van vaccineren ter discussie stellen en homeopathische profylaxe als een alternatief voor reguliere vaccinaties aanprijzen. Het betreft een citaat van de “al wat oudere huisarts” van adverteerder, gevolgd door de mededeling dat er weinig onafhankelijke onderzoeken en informatie zijn over vaccineren, waarbij de meeste informatie volgens adverteerder komt van het RIVM en van de farmaceutische bedrijven die de vaccins produceren “en dat is uiteraard alleen maar positief”. Vervolgens wordt gezegd dat homeopathische profylaxe een “prima alternatief voor vaccinaties” is indien men niet vaccineren een stap te ver vinden. Daarbij wordt gezegd dat homeopathische profylaxe een bewezen werkzame manier is om kinderen te beschermen. In deze uiting wordt homeopathische profylaxe aldus uitdrukkelijk als een alternatief voor gewone vaccinaties wordt gepresenteerd. Vaccinaties zijn bedoeld om bij (onder meer) kinderen ernstige ziekten te voorkomen. Gelet hierop kan de onderhavige uiting, met het oog op de bescherming van de lichamelijke volksgezondheid, slechts dan aanvaardbaar worden geacht indien hiervoor wetenschappelijk bewijs bestaat waaruit onomstotelijk blijkt dat de aangeprezen homeopathische profylaxe een daadwerkelijk alternatief voor reguliere vaccinaties is. Voorkomen dient immers te worden dat mensen besluiten zichzelf of hun kinderen niet te laten vaccineren door niet gefundeerde beweringen in een reclame-uiting.

5)  Dit risico doet zich hier voor. De voorzitter acht de kans reëel dat de uiting mensen ertoe kan brengen af te zien van reguliere vaccinaties in de onjuiste veronderstelling dat adverteerder hen een volwaardig alternatief biedt in de vorm van homeopathische profylaxe. Adverteerder heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat van homeopathische profylaxe enige bescherming uitgaat tegen ziekten waarvoor men kan worden gevaccineerd. Om die reden kan niet worden aangenomen dat homeopathische profylaxe in enige mate een alternatief biedt voor reguliere vaccinatie, laat staan dat dit een gelijkwaardig alternatief is. De gevolgen van de keuze voor homeopathische profylaxe in plaats van reguliere vaccinatie zijn dermate ernstig te achten dat de onderhavige uiting in strijd is met artikel 4 NRC, omdat deze een directe bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid inhoudt. De uiting dient daarom ontoelaatbaar te worden geacht. Nu uiting 3 reeds om deze reden in strijd met de NRC is, komt de voorzitter niet meer toe aan de vraag of deze uiting ook om andere redenen in strijd met de Nederlandse Reclame Code is. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter uiting 1 in strijd met artikel 7 NRC.

De voorzitter acht uiting 2 en uiting 3 op grond van het voorgaande in strijd met artikel 4 NRC.