22 aug 2024
Jumbo wordt op de vingers getikt voor misleidende reclame
RCC 22 augustus 2024, RB 3854; 2024/00319 (Jumbo). Naar aanleiding van een klacht heeft de Reclame Code Commissie geoordeeld dat Jumbo misleidende reclame maakt binnen haar fysieke winkels. De klacht betrof een bordje waarop stond dat een bepaald product weer verkrijgbaar was voor een lagere prijs dan voorheen, waarbij de indruk werd gewekt dat de prijs niet meer omhoog zou gaan (zie de advertentie hieronder). Maar na verloop van twee maanden was de prijs alweer gestegen met bijna 7 procent. Volgens Jumbo is dit gerechtvaardigd omdat de gemiddelde consument zal begrijpen dat haar verkoopprijzen afhankelijk zijn van wijzigende inkoopprijzen, waar Jumbo geen invloed op heeft. Toen de prijs in dit geval weer omhoog is gegaan heeft Jumbo het bordje uit haar winkels laten weghalen. Eén bordje is echter per ongeluk blijven staan waardoor de prijs van de aanbieding niet langer overeenkwam met de daadwerkelijke winkelprijs. Inmiddels heeft Jumbo besloten dat de prijzen van dergelijke aanbiedingen voortaan voor een periode van drie maanden zullen vaststaan in plaats van twee. Met deze ‘lange’ termijn zou de klant niet worden misleid. De Commissie wil er echter niks van hebben: volgens haar is de uiting op zichzelf, ongeacht de geplande termijn, misleidend. Door een prijs te adverteren als “niet tijdelijk” terwijl die in feite tijdelijk is, kan Jumbo de gemiddelde consument tot een besluit brengen dat hij anders niet had genomen. De reclame-uiting wordt dan ook in strijd met artikel 7 NRC geacht en mag niet meer door Jumbo worden gebruikt.
“Dit is géén aanbieding
Dit product is weer verkrijgbaar.
We hebben ons bij de leverancier hard gemaakt voor lagere prijzen. Soms is een product er daarom even niet, maar nu is het weer volop beschikbaar. Met één verschil:
de prijs is een stuk lager.
Niet tijdelijk, maar gewoon elke dag.
Elke dag
Lage prijzen
(…)
13.38 [dit bedrag is doorgestreept]
11.88”
2. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument niet verwachten dat een verlaagde prijs voor een product voor altijd zal blijven gelden en zal de consument begrijpen dat verkoopprijzen in de supermarkt om verschillende redenen onderhevig zijn aan veranderingen, zoals tevens is overwogen door de voorzitter in de beslissing waar klager naar verwijst in dossiernummer 2024/00195. De Commissie acht het echter niet juist dat een prijsverlaging onder de aandacht van de consument wordt gebracht als “niet tijdelijk, maar gewoon elke dag” terwijl de prijsverlaging daarentegen wel degelijk tijdelijk van aard is doordat deze blijkbaar geldt voor een vaststaande periode van twee maanden. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument er op grond van de bestreden uiting vanuit gaan dat de prijsverlaging geen tijdelijke aanbieding betreft, maar dat de standaard verkoopprijs van dit product voor een langere, onbepaalde periode wordt verlaagd. Nu de prijs in werkelijkheid vaststaat voor een vooraf bepaalde periode van twee maanden (en in de toekomst kennelijk drie maanden), wordt de gemiddelde consument naar het oordeel van de Commissie op het verkeerde been gezet.
3. Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC. Hetzelfde geldt voor de tekst op het gele bordje waarvan adverteerder heeft erkend dat deze een onjuiste prijs vermeldde. Dat sprake was van een incidentele omissie maakt het oordeel niet anders.