30 nov 2016
Lidl reclame met 'wild vlees' wat niet uit het wild komt is misleidend
RCC 30 november 2016, RB 2873; dossiernr. 2016/00845/A (Wakker Dier tegen Lidl) Misleiding voornaamste kenmerken product. Uiting: Het betreft de uiting, die voorkomt in de herfstfolder met het opschrift “Wild” van Lidl en in de reclamefolder van week 41-2016 van Lidl. “Wild is een verzamelnaam voor dieren die in de vrije natuur leven en zelf op zoek gaan naar hun eten. De herfst is hét seizoen voor het eten van wild. Wildliefhebbers kunnen hun hart ophalen aan de meest uiteenlopende wildsoorten, zoals hert, konijn, wild zwijn, kangoeroe en kwartel. Het verse vlees is smaakvol, verrassend en met de recepten in deze brochure eenvoudig te bereiden!” Klacht: Door de uiting legt Lidl uitdrukkelijk de link tussen het door haar aangeboden ‘wild’ en dieren die in de vrije natuur leven of hebben geleefd. In werkelijkheid worden onder de noemer ‘wild’ onder andere eenden en konijnen aangeboden die volgens klaagster massaal en industrieel worden gehouden en gefokt en de vrije natuur nog nooit hebben gezien. Wakker Dier is van mening dat Lidl de consument door de definitie van wild in haar folders (doelbewust) op het verkeerde been zet.
1. Wakker Dier maakt bezwaar tegen de uiting van Lidl in haar reclamefolders waarin zij ‘wild’ omschrijft als “een verzamelnaam voor dieren die in de vrije natuur leven en zelf op zoek gaan naar hun eten”, omdat volgens Wakker Dier hierdoor de indruk wordt gewekt dat de door Lidl in de folders als ‘wild’ aangeboden vleesproducten afkomstig zijn van dieren die in de vrije natuur hebben geleefd, terwijl dat in veel gevallen niet juist is. Wakker Dier vindt de uiting daarom misleidend.
2. Lidl erkent dat haar ‘wild’-assortiment ook (veel) vleesproducten omvat die afkomstig zijn van gehouden of gekweekte dieren. Anderzijds betoogt Lidl dat de uiting slechts een algemene uitleg over ‘wild’ geeft die los moet worden gezien van de producten in de folder. Bovendien begrijpt de gemiddelde consument volgens Lidl dat ‘wild’ de aanduiding is voor een productcategorie die ook – maar niet uitsluitend – bestaat uit vlees van dieren die in de vrije natuur hebben geleefd.
3. De Commissie overweegt als volgt. De bestreden uiting, waarin Lidl een definitie van ‘wild’ geeft, is opgenomen in de herfstbrochure en de algemene reclamefolder van week 41. In deze brochure en folder biedt Lidl onder de noemer ‘wild’ verschillende vleesproducten aan. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de in de bestreden uiting gegeven definitie van ‘wild’ op deze vleesproducten betrekken, en dus in de veronderstelling kunnen verkeren dat alle als ‘wild’ aangeboden vleesproducten afkomstig zijn van “dieren die in de vrije natuur leven en zelf op zoek gaan naar hun eten”. Vast staat dat deze definitie voor een (aanzienlijk) deel van de ‘wild’-producten van Lidl niet opgaat.
4. Naar het oordeel van de Commissie kan de gemiddelde consument door de in de bestreden uiting gegeven informatie daardoor op het verkeerde been worden gezet ten aanzien van een belangrijk kenmerk van de door Lidl als ‘wild’ aangeboden vleesproducten. Daaraan doet niet af dat het volgens Lidl algemene praktijk is dat onder ‘wild’ ook vlees van gekweekte of gehouden dieren wordt begrepen. Door de stellige definitie van ‘wild’ die Lidl in de brochure en folder geeft, wordt de indruk gewekt – en mag de consument erop vertrouwen – dat de door Lidl door middel van die uitingen aangeboden ‘wild’-producten aan deze definitie voldoen en dus van dieren afkomstig zijn die in de vrije natuur hebben geleefd.
5. Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de bestreden uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit te nemen over een transactie – de aankoop van een ‘wild’-product van Lidl – dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
6. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.