19 sep 2017
Misleidende en onjuiste informatie door stelling dat zzp-er met oprichting B.V. 50% belasting kan besparen
RCC 19 september 2017, RB 2988; dossiernr. 2017/00579 (VRB). Aanbeveling. Misleiding. Het betreft de radiocommercial van VRB waarin het volgende wordt gezegd: “Bent u ondernemer? En wist u dat u met een bv 50% minder belasting betaalt? Vraag nu het gratis boek ‘Eenmanszaak of bv’ aan via vrbadvies.nl.” De klacht: in de radiocommercial wordt gesuggereerd dat 50% belasting kan worden bespaard door als zzp-er een bv te gebruiken. Dit klopt volgens klager indien de heffing uit box 1 wordt vergeleken met alleen de vennootschapsbelasting. Maar wie de “opgepotte winst” uit de bv haalt, moet nog 25% aanmerkelijk belang betalen. In dat geval is de eenmanszaak vaak zelfs aanzienlijk voordeliger. Uitgaande van een algemeen erkende waardering van de aanmerkelijkbelangclaim op 25%, is de belastingdruk voor een ondernemer in box 1 maximaal circa 47% en in een bv (vennootschapsbelasting en aanmerkelijk belang) 40% of maximaal 43,75%, aldus klager. Dan is dus geen sprake van het in de commercial genoemde voordeel van 50%. Klager vindt dat de commercial misleidend is en daardoor het consumentenvertrouwen ondermijnt.
Het oordeel van de Commissie
In de radiocommercial wordt zonder voorbehoud of toelichting gesteld dat een ondernemer met een bv 50% minder belasting betaalt (dan een eenmanszaak). Er wordt derhalve een vergelijking gemaakt tussen de belastingdruk bij een zzp’er als eenmanszaak en een zzp’er die onderneemt via een bv. Om een dergelijke vergelijking van belastingdruk niet onvolledig te laten zijn, dient in de berekening van de belastingbesparing de aanmerkelijkbelangheffing te worden meegenomen. Vast staat dat bij de mededeling in de commercial dat een ondernemer met een bv 50% minder belasting betaalt, de aanmerkelijkbelangheffing buiten beschouwing is gelaten. Gelet hierop gaat de commercial naar het oordeel van de Commissie gepaard met wegens onvolledigheid onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde ondernemer tot wie de commercial is gericht door de onjuiste informatie op het verkeerde been kan worden gezet en via deze uiting tot een besluit over een transactie kan worden gebracht dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de commercial tevens misleidend. Daardoor is de commercial oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Dat een radiocommercial weinig ruimte biedt voor uitleg, zoals adverteerder stelt, neemt niet weg dat de verstrekte informatie juist moet zijn en niet mag misleiden. De enkele verwijzing naar het boek van VRB, waarin in dit verband de aanmerkelijkbelangclaim volgens adverteerder wel aan de orde komt, neemt het misleidende karakter van de commercial niet weg.