RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 9 maart 2016
RB 2681
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
7 mrt 2016
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 7 mrt 2016, RB 2681; (FNLI tegen Lidl), https://reclameboek.nl/artikelen/objectieve-ook-lekker-smaakclaims-van-de-lidl-mogen

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak.

Objectieve 'ook lekker'-smaakclaims van de Lidl mogen

RCC 7 maart 2016, RB  2681; dossiernr. 2016/00014 (FNLI tegen Lidl)
Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak. Uitingen: Het betreft een aantal televisiecommercials, radiocommercials, printadvertenties, abriposters en de website van de Lidl. In de televisie commercial worden naast elkaar een A-merk product en een Lidl-product getoond ie door geblinddoekte personen worden geproefd. Na het proeven van het A-merk product wordt dit product "lekker" genoemd, en verschijnt de prijs in beeld. Hierna wordt het Lidl-product geproefd, waarvan wordt gezegd: "ook lekker". Vervolgens wordt ook de prijs van dat product getoond. De prijzen van de Lidl-producten zijn tellens lager dan de prijzen van de A-merk producten. Als laatst verschijnt de tekst: " Waar kies jij voor?", met daarnaast het logo van Lidl en hieronder de tekst: "De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs".

Klacht: De boodschap van de reclamecampagne van Lidl is dat de Lidl-producten net zo goed zijn als de corresponderende A-merk producten, alleen stukke goedkoper. Het bezwaar van FNLI tegen de campagne is dat de kwaliteit van een product meer aspecten betreft dan alleen de smaak, het CSO-onderzoek gebreken vertoont, de verpakkingen van de producten van Lidl veel gelijkenis vertonen met de corresponderende A-merk producten waarmee de misleidende reclameclaim wordt versterkt dat haar producten kwalitatief gelijkwaardig zijn aan de A-merk producten. 

Commissie: De stelling van FNLI dat de verschillende uitingen van de Lidl in onderlinge samenhang beoordeeld moeten worden kan volgens de Commissie geen stand houden en moet elke reclame-uiting afzonderlijk voldoen aan de bepalingen van de NRC. 

FNLI maakt bezwaar tegen de reclamecampagne omdat zij deze campagne misleidend, ongeoorloofde vergelijkende reclame en in strijd met artikel 10 NRC acht. De Commissie acht het niet aannemelijk dat de consument de commercials zal opvatten als een vergelijking op kwaliteit tussen de A-merk producten en de Lidl-Producten en een daaruit voortvloeiende claim dat Lidl-producten 'even goed' zijn als de producten waarmee is vergeleken, maar juist als een algemene reclameslogan van de Lidl. Voorts acht de commissie het niet aannemelijk gemaakt dat de gemiddelde consument de inhoud van de televisiecommercials zal opvatten als een objectieve smaakclaim. De gerichte klacht tegen de printadvertenties, website en abriposters wordt afgewezen, omdat uit de advertenties niet blijkt dat de prijsvergelijking tussen een Lidl-product en een A-merk product niet juist is. Naar oordeel van de Commissie zijn de resultaten van de smaaktest voldoende duidelijk, begrijpelijk en controleerbaar, ook acht de Commissie het niet aannemelijk dat de "sterk overeenstemmende verpakkingen" Lidl een oneerlijk voordeel oplevert. 

Beslissing: De Commissie wijst de klacht af.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak