3 sep 2024
PLUS op de vingers getikt voor misleidende reclame op eierdozen
RCC 3 september 2024, RB 3857; 2024/00194 (Klager tegen PLUS). De bestreden reclame-uiting ziet op een eierdoos van de PLUS supermarkt. Op de bovenkant van de verpakking staat “Plus Vrije-uitloop eieren middelgroot” en op de zijkant staat onder andere “Eieren van hennen met vrije uitloop” en “Vrije-uitloopei”. In de binnenkant staan vergelijkbare uitingen. Foodwatch betoogt dat de productomschrijving van Plus misleidend is, aangezien er een landelijke ophokplicht heeft gegolden voor bijna 19 weken in verband met vogelgriep. Plus verweert zich met de stelling dat eieren ook mogen worden aangemerkt als afkomstig van vrije-uitloop hennen als er een landelijke ophokplicht geldt. De Reclame Code Commissie (hierna: de Commissie) is het met die stelling eens en oordeelt dat het bezwaar van Foodwatch niet kan slagen voor zover dit ziet op de vermelding “vrije uitloop eieren” op de buitenkant van de verpakking.
Met betrekking tot de binnenkant van de verpakking merkt de Commissie op dat eierdozen gemakkelijk geopend kunnen worden en dat consumenten dit meestal ook doen voordat ze tot aankoop van (een of meerdere) eierdozen overgaan. Dit betekent dat ook de uitingen aan de binnenzijde van de eierdozen door consumenten zullen worden opgemerkt. Daarbij zullen consumenten die uitingen als productinformatie interpreteren, die zij meenemen in hun aankoopbeslissing. De Commissie constateert verder dat het de vrije keuze van Plus is geweest om productinformatie aan de binnenzijde van de verpakking te plaatsen: het betreft vrijwillige voedselinformatie. Uitgaande van de gemiddelde consument, die tot op zekere hoogte wel bekend is met vogelgriep en de gevolgen daarvan maar die de uiting van Plus niet in twijfel zal trekken, oordeelt de Commissie dat de uiting van Plus aan de binnenzijde van de eierdozen onvoldoende genuanceerd is en daarmee misleidend. Zij beveelt Plus om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Daarnaast stelt zij dat het, zeker bij een langere duur van de ophokplicht, voor de hand ligt dat Plus van de ophokplicht een melding maakt op de verpakking. Dit geldt des te meer nu eieren maar beperkt houdbaar zijn.
7. Wanneer tijdelijke beperkingen in de vorm van een ophokplicht zijn opgelegd op basis van wetgeving van de Unie, betekent dat dat er feitelijk geen vrije uitloop meer is. Een verpakking waarop zonder enige nuancering vrijwillige informatie staat over de mogelijkheid van vrije uitloop, is dus feitelijk onjuist op het moment dat de ophokplicht aanvangt en blijft onjuist tot het moment waarop deze maatregel eindigt. Plus heeft dit niet kunnen weerleggen. Plus stelt evenwel, zo begrijpt de voorzitter, dat zij in de vrijwillige informatie de vrije uitloop ongewijzigd mag handhaven als uitvloeisel van het bepaalde in bijlage II lid 1 sub a bij artikel 11 lid 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren (vgl. hierboven overweging 3.3). De voorzitter verwerpt dit betoog. De hier genoemde bepaling houdt weliswaar verband met de verplichte informatie over de houderijmethode, maar staat een beoordeling van de vrijwillige informatie over de vrije uitloop niet in de weg. De informatie over de wijze waarop de eieren zijn geproduceerd kan, naar niet in geschil is, worden gezien als voedselinformatie, zodat ook de informatie over de vrije uitloop valt onder het bereik van artikel 7 van bedoelde verordening waarin is bepaald dat voedselinformatie niet misleidend of verwarrend mag zijn. Dit geldt ook voor vrijwillige voedselinformatie. Hetgeen Plus stelt, kan niet eraan in de weg staan dat de vrijwillige informatie over de vrije uitloop dient te voldoen en kan worden getoetst aan artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten.
8. De voorzitter gaat ervan uit dat de gemiddelde consument tot op zekere hoogte bekend is met vogelgriep en de gevolgen daarvan in de vorm van een ophokplicht voor legkippen. Indien evenwel in het kader van vrijwillige informatie zonder voorbehoud of toelichting over ‘vrije uitloop’ wordt gesproken, zal de consument veronderstellen dat de eieren waarop deze mededeling betrekking heeft, zijn gelegd door leghennen die over een vrije uitloop beschikken, eventueel omdat (bij een consument die in enige mate rekening houdt met een ophokplicht) de eieren afkomstig zouden zijn uit een gebied waar geen ophokplicht geldt. Bij het laatste is van belang dat de ophokplicht niet landelijk hoeft te zijn maar ook regionaal kan gelden. Daarmee is de misleiding gegeven. De consument zal op de gestelde vrije uitloop vertrouwen nu dit in de vrijwillige informatie zonder voorbehoud wordt herhaald en daardoor geen rekening houden met de mogelijkheid dat deze uitloop gedurende lange tijd (al) ontbreekt. Dit leidt tot het oordeel dat de uiting niet voldoet aan de eis van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, dat voedselinformatie niet misleidend of verwarrend mag zijn. Indien in vrijwillige informatie de vrije uitloop als standaardsituatie wordt genoemd, is de uiting onjuist op het moment dat de ophokplicht ingaat en de eieren die daarna zijn gelegd in de bestreden verpakking worden verkocht. In deze zaak wordt van die situatie uitgegaan. Overigens zijn eieren uit hun aard beperkt houdbaar en ligt zeker bij een langere duur van de ophokplicht een vermelding daarvan op de verpakking temeer voor de hand.