Prijsvergelijking tussen rijscholen met onjuiste informatie is misleidend voor consument
RCC 14 oktober 2013, dossiernr. 2013/00706 (VCRrijopleidingen)
Zie eerder RB 1889. Het betreft de onder het tabblad “auto” aan te klikken ”Prijsvergelijking” op adverteerders website www.vrcrijopleidingen.nl, waarin het door VRC gerekende uurtarief wordt vergeleken met het uurtarief van enkele “bekende grote rijscholen”, waaronder Bruinsma.
De klacht - In de prijsvergelijking op de website van VRC - waarover de Commissie in dossier 2013/00503 ook heeft geoordeeld - worden de door Bruinsma gehanteerde tarieven nog niet correct vermeld. In de uiting wordt gesteld dat de prijs van 30 rijlessen van 60 minuten bij Bruinsma € 165,- hoger ligt dan bij VRC. Een 30 rijlessenpakket is bij Bruinsma echter € 29,- voordeliger.
Klager verduidelijkt dit als volgt.
Bij VRC kosten 30 rijlessen inclusief examen € 1324,-:
15 rijlessen + examen (‘pakket 1’): € 784,-
15 rijlessen à € 36,-: € 540,-.
Bruinsma hanteert voor 30 lessen inclusief examen een tarief van € 1295,-:
15 rijlessen + examen +4 simulatorlessen: € 799,-
10 rijlessen: € 450,-
1 losse rijles: € 46,-.
Nu sprake is van een onjuiste weergave van de werkelijkheid, is de uiting in strijd met artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en artikel 13 onder a NRC.
Bruinsma legt voorts stukken over waaruit blijkt dat simulatorlessen effectief zijn en rijlessen besparen.
Het oordeel van de Commissie
De klacht betreft de op de website van VRC opgenomen vergelijking van het uurtarief van VRC met dat van vier met name genoemde concurrenten, waaronder Bruinsma. Deze prijsvergelijking betreft vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan de in artikel 13 NRC (onder a t/m h) genoemde voorwaarden is voldaan. De eerste voorwaarde luidt dat de vergelijking niet misleidend is in de zin van de NRC. De Commissie overweegt daaromtrent het volgende.
In de prijsvergelijking wordt, blijkens de erboven staande mededeling, uitgegaan van een uurtarief dat “een gemiddelde van 30 uur rijles van 60 minuten” is. Voor Bruinsma wordt aldus een uurtarief van € 41,50 en een totaalprijs voor 30 lessen € 1.245,- genoemd, welke totaalprijs € 165,- hoger is dan het totaal van € 1.080,- voor 30 lessen bij VRC.
De Commissie begrijpt dat VRC het gemiddelde uurtarief van Bruinsma heeft berekend op grond van een uurtarief van € 37,- voor de eerste 15 rijlessen en een uurtarief van € 46,- voor de volgende 15 rijlessen. Bruinsma heeft echter aannemelijk gemaakt dat indien gebruik wordt gemaakt van (een van de) de door haar aangeboden pakketten, de prijs van € 1.245,- te hoog is. Bovendien worden door Bruinsma ook simulatorlessen aangeboden, wat bij VRC niet het geval is.Gelet op het voorgaande gaat de prijsvergelijking tussen VRC en Bruinsma op basis van alleen een voor losse rijlessen gehanteerd uurtarief gepaard met onjuiste informatie en wordt daarin voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie verstrekt ten aanzien van (de hoogte van) het prijsvoordeel als bedoeld in de aanhef en onder d van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de bestreden uiting misleidend en daardoor in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a NRC.
Gelet op het voorgaande wordt met betrekking tot de bestreden uiting als volgt beslist, waarbij geen rol speelt dat deze uiting inmiddels wellicht door VRC is aangepast.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.Regeling:
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder d.
NRC (nieuw) art. 13 aanhef
NRC (nieuw) art. 13 onder a.