RB
Gepubliceerd op vrijdag 30 november 2018
RB 3260
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
14 nov 2018
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 14 nov 2018, RB 3260; (Rente Rabobank), https://reclameboek.nl/artikelen/rabobank-misleidt-door-onduidelijkheid-scheppen-rente

Rabobank misleidt door onduidelijkheid scheppen rente

RCC 14 november 2018, RB 3260; dossiernr. 2018/00715 (Rente Rabobank) Aanbeveling. Misleiding. De uiting bevindt zich op www.rabobank.nl. Daarin staat onder het kopje: “Annuïteiten-hypotheek en lineaire hypotheek  Bekijk de rentes” onder meer: “Hypotheekrente Annuïteiten- en Lineaire met Basisvoorwaarden  De Basisvoorwaarden zijn eenvoudige hypotheekvoorwaarden met een scherpere,  lagere rente”. Hieronder staan, onder meer onder het kopje: “Met NHG of tot en met  67,5% van de marktwaarde*” diverse rentepercentages, al naar gelang een rentevaste periode van 1, 5, 10, 15 of 20 jaar. Achter “20 jaar” staat: “2,40% (was 2,70%)”. De klacht wordt als volgt samengevat. Klager heeft op de website van de Rabobank gezien dat in geval van een rentevaste periode van 20 jaar tijdelijk een korting wordt verleend van 0,30%. Voor hypotheken met NHG bijvoorbeeld geldt in dit verband een rentepercentage van 2,40%, aldus klager. In de bestreden uiting claimt de Rabobank dat de rente tot voor kort 2,70% was. Volgens klager gold tot voor kort echter juist een lager tarief, namelijk 2,35%. Klager verwijst naar de rentelijsten op http/rabobank.financieeldossier.nl/. Met ingang van onderstaande data golden respectievelijk de volgende NHG tarieven: per 21 juni 2018: 2,70%; per 2 juli 2018: 2,65%; per 3 september 2018: 2,35% en per 8 oktober 2018: 2,40%. Anders dan in de bestreden uiting is vermeld, “was” het tarief niet “2,70%”, maar 2,35%. De rente is dus niet verlaagd, maar verhoogd, aldus klager. Hij vindt de uiting misleidend. 

Tussen partijen is niet in geschil dat de klacht verband houdt met de actie ’20 jaar korting op uw hypotheek’. Volgens het verweer houdt de onderhavige actie in dat bij een rentevaste periode van 20 jaar, 0,3% korting op de geldende hypotheekrente wordt gegeven. Klager bestrijdt dat deze korting werkelijk wordt gegeven; naar zijn mening klopt de mededeling “2,40% (was 2,70%)” niet, omdat de rente in de periode ervoor geen 2,70%, maar 2,35% was. Ter onderbouwing hiervan is in de klacht een overzicht opgenomen. Volgens dit overzicht bedroeg de rente in geval van NHG per 3 september 2018 2,35%, en per 8 oktober 2,40%.

Naar het oordeel van de Commissie heeft Rabobank voldoende duidelijk gemaakt dat een tarief voor een hypotheekrente per week kan verschillen en dus ook tussen een tarief met korting wekelijks verschillen kunnen zitten. 

Uit het verweer begrijpt de Commissie dat de vermelding “was 2,70%”, anders dan klager heeft aangenomen, geen betrekking heeft op een eerdere periode, maar op het rentetarief zonder voornoemde 0,3% actiekorting. Nu dit niet uitdrukkelijk in de bestreden uiting is vermeld, en “was 2,70%” gemakkelijk kan worden opgevat als verwijzing naar een voorgaande periode, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.