15 aug 2017
Radiocommercial NS onduidelijk dat dagkaart alleen in weekend geldig is
Vz. RCC 15 augustus 2017, RB 2960; dossiernr. 2017/00538 (Kruidvat NS-dagkaart) Voorzitterstoewijzing. Misleiding. Ontbrekende informatie. De uiting: Het betreft: 1. Een televisiecommercial waarin adverteerder melding maakt van een actie waarbij men een NS trein dagkaart kan kopen voor € 13,99. Op het scherm is daarbij de volgende tekst te zien: “geldig op 1 zaterdag of zondag van 22 juli t/m 22 oktober 2017”. 2. Een radiocommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Nu bij Kruidvat een NS treindagkaart voor maar 13,99. Dat is een reisje waard (…)”. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat adverteerder adverteert met een dagkaart zonder hierbij te vermelden dat het om een weekend dagkaart gaat. Klager heeft zo’n dagkaart gekocht omdat hij meende dat deze op elke dag geldig was. Klager vindt de uitingen daarom misleidend.
1) Voor zover de klacht ziet op de televisiecommercial, oordeelt de voorzitter dat in deze uiting voldoende lang en duidelijk de tekst in beeld is waarin staat dat de treindagkaart alleen geldt op een zaterdag of op een zondag. Deze tekst is verder voldoende leesbaar op een gebruikelijk te achten kijkafstand bij een gebruikelijk te achten formaat televisiescherm, zodat de gemiddelde consument daarvan kennis zal kunnen nemen. Nu in zoverre geen sprake is van misleiding, wordt dit deel van de klacht afgewezen.
2) Met betrekking tot de radiocommercial heeft adverteerder erkend dat daarin geen melding wordt gemaakt van de voorwaarde dat de trein dagkaart alleen op een zaterdag of op een zondag geldig is. Naar het oordeel van de voorzitter had deze voorwaarde wel uit de radiocommercial dienen te blijken, nu sprake is van een belangrijke inperking van de gebruiksmogelijkheden van het aangeboden product. In zoverre is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Weliswaar kent een radiocommercial als medium beperkingen, maar ook indien daarmee rekening wordt gehouden moet het mogelijk worden geacht de consument te informeren over het feit dat de dagkaart uitsluitend in het weekend geldig is. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument door het ontbreken van deze informatie ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen, zoals blijkbaar bij klager het geval was. Om die reden is de radiocommercial misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de radiocommercial in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder in zoverre aan niet meer op deze wijze reclame te maken.
Ten aanzien van de televisiecommercial wordt de klacht afgewezen.