Reclame Specsavers slechtzienden niet nodeloos kwetsend
RCC 19 januari 2016, RB 2649; Dossiernr: 2015/01178 (Specsavers)
Audiovisuele mediadienst. Goede smaak en fatsoen. Uiting: Het betreft de televisiecommercials ‘Bingo’ en ‘Suspect’ van Specsavers. In de commercial ‘Bingo’ is te zien dat een vrouw in sportkleding een zaaltje binnenkomt waar ouderen zitten te wachten tot de bingo begint. De vrouw stapt het podium op, zet muziek aan en gaat een aerobicsles geven, waaraan de ouderen, aanvankelijk verbaasd en aarzelend, gaan meedoen. Vervolgens is te zien dat een bejaarde vrouw met een bingospel de zaal binnenkomt. In beeld verschijnt de mededeling: “Was nou maar naar Specsavers gegaan!”
In de commercial ‘Suspect’ is te zien hoe een agent met de foto van een verdachte in zijn hand aanbelt bij een huis om te vragen of de bewoner deze verdachte heeft gezien. Hoewel de bewoner duidelijk zichtbaar dezelfde persoon is als de verdachte op de foto, valt dit de agent niet op. Ook deze commercial wordt afgesloten met de mededeling “Was nou maar naar Specsavers gegaan!”
Klacht: De commercials maken een karikatuur van slechtziende mensen. Gesuggereerd wordt dat het grappig is als mensen vanwege slechtziendheid in een gênante situatie terecht komen. De reclames zijn stigmatiserend en kwetsend, waarbij slechtzienden als dom worden weggezet. Het advies om naar Specsavers te gaan heeft voor een aantal slechtzienden geen zin, zodat zij met hun probleem en – mede door deze reclame – hun gêne blijven zitten.
Commissie: 1. De Commissie vat klagers bezwaar tegen de twee beschreven televisiecommercials aldus op dat klager deze commercials in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen en/of nodeloos kwetsend acht als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat deze criteria naar hun aard een subjectief karakter hebben, stelt de Commissie zich terughoudend op bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) deze criteria. Dit betekent niet dat de toetsing of een reclame-uiting in strijd met de goede smaak, het fatsoen en/of nodeloos kwetsend is zonder inhoud is, zoals klager lijkt te veronderstellen. De Commissie beoordeelt in een dergelijk geval of de reclame-uiting de grenzen te buiten gaat van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar is.
2. In de commercials prijst Specsavers haar producten aan door een tweetal situaties te tonen waarin wordt gesuggereerd dat de hoofdpersonen vergissingen begaan die voorkomen hadden kunnen worden als zij eerst naar Specsavers waren gegaan. Het is voldoende duidelijk dat de doelgroep van de commercials bestaat uit mensen met een visuele beperking die baat (kunnen) hebben bij een bril of contactlenzen van Specsavers. De gemiddelde consument zal de commercials opvatten als een aanprijzing die humoristisch bedoeld is, waarbij de omstandigheden waarin de hoofdpersonen optreden en hun vergissingen duidelijk onrealistisch en sterk uitvergroot zijn. Niet valt immers aan te nemen dat de hoofdpersonen – een politieagent die een verdachte opspoort en een aerobicslerares – in werkelijkheid terecht komen in de getoonde omstandigheden. De commercials bevatten geen verwijzing naar personen van wie de visuele beperking niet met de producten van Specsavers (geheel of gedeeltelijk) verholpen kan worden en/of naar situaties waarin zij daadwerkelijk terecht kunnen komen, zoals klager stelt. Niet kan worden gezegd dat de commercials deze (groep) personen belachelijk maken of als een karikatuur neerzetten.
3. Gelet op het voorgaande wordt naar het oordeel van de Commissie door de bestreden commercials niet de grens overschreden van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen op het gebied van de goede smaak en het fatsoen toelaatbaar is en zijn de commercials niet nodeloos kwetsend. Wel heeft de Commissie er begrip voor dat niet iedereen -door persoonlijke of andere omstandigheden- de commercials kan waarderen. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel. Daarom wordt als volgt beslist.
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.