RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 5 november 2019
RB 3351
||
29 okt 2019
29 okt 2019, RB 3351; ECLI:NL:RBOBR:2019:6262 (ASPB tegen Bibi/Denito en Hati), https://reclameboek.nl/artikelen/ten-onrechte-claimen-van-lidmaatschap-is-misleidende-reclame

Ten onrechte claimen van lidmaatschap is misleidende reclame

Rechtbank Oost-Brabant 29 oktober 2019, IEF 18798, RB 3351; ECLI:NL:RBOBR:2019:6262 (ASPB tegen Bibi/Denito en Hati) Kort geding. Misleidende reclame, inbreuk IE-recht. De ASPB, een brancheorganisatie van schoorsteenvegers in Nederland, heeft de behartiging van economische, sociale en technische belangen van haar leden als doel. De organisatie is tevens houdster van een beeldmerk. Overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de ASPB mag haar logo door gewone leden, aspirant leden, seniorleden, serviceleden en ereleden worden gevoerd. Denito B.V. betaalde als gewoon lid van de ASPB jaarlijks contributie voor het lidmaatschap van drie t/m vijf personen en een jaarlijkse bijdrage voor de lidmaatschapspasjes. In 2019 is Denito B.V. uitgeschrveen uit het handelsregister. De bestuurder van Denito B.V. is tevens bestuurder van Bibi. Bibi handelt ook onder de naam Denito schoorsteentechniek en heeft geen werknemers in dienst.

Op de websites van Bibi (hierna: Bibi/Denito) is het logo van de ASBP te zien onder het kopje 'Partners'. Daarnaast staat er vermeld dat Bibi/Denito lid zou zijn van ASPB en dat al haar medewerkers minimaal gediplomeerd zijn als ASPB gezel schoorsteenveger. Volgens ASPB vormt dit een inbreuk op haar merken- en handelsnaamrecht en vordert om deze reden onder meer staking van de genoemde gedragingen. Aangezien Denito B.V. wegens de uitschrijving uit het handelsregister ten tijde van de inbreuk niet meer bestond, is het standpunt dat Bibi/Denito Denito B.V. zou opvolgen in haar lidmaatschap verworpen. Goeder trouw op grond van de ontvangen lidmaatschapspasjes is hier ook niet van toepassing. Er was bijgevolg geen sprake meer van een lidmaatschap van gedaagden van de ASPB. Voorts is er sprake van misleidende reclame en een inbreuk op het beeldmerk van de ASPB door op meerdere pagina’s van de website aan te geven dat Bibi/Denito lid zou zijn van ASPB.

4.5. Nu vast staat dat in ieder geval vanaf 1 februari 2019 geen sprake (meer) kan zijn van een lidmaatschap van (één van) gedaagden van de ASPB hebben gedaagden dit lidmaatschap ten onrechte (via de door gedaagde sub 1 beheerde website) geclaimd door in strijd met de waarheid op de website aan te geven dat zij lid zijn van de ASPB. De ASPB heeft daarnaast aangevoerd dat gedaagden ook inbreuk maken op haar (woord- en) beeldmerkrechten van artikel 2.20 lid 2 sub a t/m c BVIE. Nu vast staat dat de ASPB haar merk heeft ingeschreven als beeldmerk in het BVIE-register en nu geconstateerd is dat het beeldmerk van de ASPB zonder toestemming van de ASPB is weergegeven op de website waarvan gedaagden gebruik maken en waarmee zij zich naar de buitenwereld presenteren, is de inbreuk door gedaagden op de (woord- en) beeldmerkrechten van de ASPB zoals bedoeld in artikel 2.20 lid 2 sub a t/m c jo. artikel 2.20 lid 3 sub b en e BVIE eveneens een feit.

4.7. Bovenstaande overweging leidt tot de conclusie dat sprake is van misleidende reclame in de zin van artikel 6:194 lid 1 sub i BW alsook inbreuk op het beeldmerk van de ASPB en dat gedaagden daarvoor verantwoordelijk zijn. Door op meerdere pagina’s op de website www.denitoschoorsteen.nl aan te geven dat gedaagden lid zijn van de ASPB terwijl dit niet het geval is hebben gedaagden een misleidende mededeling openbaar gemaakt c.q. doen maken over hun bekwaamheid/hoedanigheid als schoorsteenveger en daarmee hebben zij onrechtmatig gehandeld jegens de ASPB. Het door de ASPB gevorderde verbod op het gebruik van het beeldmerk van de ASPB alsook het verbod om nog langer onjuiste mededelingen te doen omtrent het lidmaatschap kan op grond van artikel 2.22 BVIE respectievelijk artikel 6:196 BW worden toegewezen. Ook het gevorderde gebod om een rectificerende tekst te plaatsen op de door gedaagde gebruikte website zal worden toegewezen. Op de inhoud van de te plaatsen rectificatie zal de voorzieningenrechter in het hiernavolgende gaan.