RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 8 juli 2021
RB 3535
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
29 jun 2021
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 29 jun 2021, RB 3535; (Klager tegen Vodafone), https://reclameboek.nl/artikelen/uitlatingen-over-snelheid-5g-niet-misleidend

Uitlatingen over snelheid 5G niet misleidend

CvB RCC 29 juni 2021, RB 3535; 2021/00019 (Klager tegen Vodafone)  Klager klaagt over de volgende uitlating op de website van Vodafone: “Want met 5G gaat streamen, downloaden en online gamen aanzienlijk veel sneller.” Klager heeft zelf enkele tests uitgevoerd waaruit volgens hem blijkt dat 5G niet sneller is dan 4G en in sommige gevallen zelfs langzamer. Volgens Vodafone komt dit, omdat klager gebruikt maakt van een 4G-extra abonnement. Deze vorm van 4G komt dicht in de buurt van 5G snelheden, waardoor bij klager volgens Vodafone de indruk is gewekt dat 5G niet aanzienlijk sneller is dan 4G. Ook heeft Vodafone eigen testuitslagen overlegd, waaruit blijkt dat gemiddeld genomen 5G wel degelijk sneller is. Het College bevestigt de beslissing van de Commissie en stelt Vodafone in het gelijk. 

2. Het voorgaande verklaart hoe het mogelijk is dat appellant met hetgeen hij – ten onrechte – als regulier 4G beschouwt hogere snelheden heeft gemeten dan met 5G. De uiting ziet echter niet op een vergelijking van 5G met 4G-extra in het kader van een bestaand abonnement met Vodafone, maar op een vergelijking van 5G van Vodafone met regulier 4G in het kader van een ander abonnement. De bestreden reclame-uiting zal door de gemiddelde consument ook aldus worden begrepen dat Vodafone haar 5G vergelijkt met regulier 4G. Dit is immers onmiskenbaar de strekking van de uiting. Vodafone heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat in de praktijk haar 5G “aanzienlijk veel sneller” is dan regulier 4G. De door appellant overgelegde meetgegevens zijn uitsluitend gebaseerd op metingen binnen zijn abonnement en geven dus geen representatief beeld van de snelheid van regulier 4G die men bij andere abonnementen ervaart. Om die reden kan op basis van de door appellant genoemde meetgegevens niet worden geoordeeld dat regulier 4G even snel, laat staan sneller kan zijn dan 5G. Hierdoor is de grondslag aan de klacht komen te ontvallen. Nu in de uiting verder duidelijk wordt geattendeerd op factoren die de snelheid in het algemeen kunnen beïnvloeden, kan uiting B uiting niet misleidend worden geacht.