RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 13 december 2017
RB 3055
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
27 nov 2017
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 27 nov 2017, RB 3055; Dossiernr: 2017/00701 (Varkentje in een strandstoel), https://reclameboek.nl/artikelen/varkentje-in-strandstoel-achterop-veevervoer-niet-misleidend

Varkentje in strandstoel achterop veevervoer niet misleidend

RCC 27 november 2017, RB 3055; Dossiernr: 2017/00701 (Varkentje in een strandstoel) Afwijzing. Subjectieve normen. Het betreft een uiting op een vrachtwagen van adverteerder. Op de vrachtwagen staat (onder meer) de tekst: “Niet storen! diervriendelijk veevervoer” Links en rechts van deze tekst is een tekening van een varkentje in een strandstoel afgebeeld. De klacht Klaagster vindt de uiting misleidend omdat “wij allemaal weten dat varkens niet in een strandstoel kunnen zitten en al helemaal niet blij zijn als zij onderweg zijn naar een slachthuis om daar vervolgens in mootjes te worden gehakt.” De transportsector is er volgens klaagster op gericht om zoveel mogelijk dieren af te leveren bij het slachthuis, zonder rekening te houden met het dierenwelzijn. Volgens klaagster worden transportregels vaak overtreden: vrachtwagens worden voller geladen dan is toegestaan en veel dieren hebben geen water en voer tot hun beschikking. De dieren krijgen volgens klaagster onvoldoende rust en worden ook bij extreme weersomstandigheden vervoerd. Klaagster vindt de afbeelding aanstootgevend, nu deze niet strookt met de waarheid. In werkelijkheid zijn de varkens gestrest, en bijten zij elkaar tot bloedens toe.

Het oordeel van de Commissie

1. Klaagster acht de uiting misleidend, omdat de afbeelding en tekst -kort gezegd- een verkeerde voorstelling van zaken geven. Adverteerder heeft hier tegenin gebracht dat de afbeelding als een toegestane overdrijving moet worden beschouwd. Voor wat betreft de tekst “diervriendelijk veevervoer” heeft adverteerder opgemerkt dat hij zich aan de regels houdt en bovengemiddelde inspanningen (heeft) verricht ten behoeve van het welzijn van varkens.     

2. Voor wat betreft de afbeelding (het varkentje in de strandstoel) is de Commissie van oordeel dat het voor de gemiddelde consument duidelijk is dat met de tekening niet bedoeld is een waarheidsgetrouwe weergave van zaken te geven. Het publiek zal de afbeelding zo begrijpen dat het hier een in reclame veelgebruikte overdrijving betreft. Om die reden acht de Commissie de uiting niet misleidend voor wat betreft de afbeelding.

3. Vervolgens dient te worden beoordeeld of de tekst “diervriendelijk veevervoer” in dit geval misleidend is, omdat de transportsector (in het algemeen) er volgens klaagster op gericht is zoveel mogelijk dieren te vervoeren zonder dat het dierenwelzijn daarbij wordt ‘meegenomen’. Adverteerder heeft gesteld dat hij voldoet aan de regels van de Europese Transportverordening (EG 2005/1). Deze Transport-verordening bevat (minimum)regels “inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten […]”.

Enkele van de overwegingen in deze Verordening zijn:

“(5) Met het oog op het dierenwelzijn moet het langdurig vervoeren van dieren, met inbegrip van slachtdieren, zoveel mogelijk beperkt worden.”

“(22) Het feit dat overtredingen van de wetgeving inzake dierenwelzijn onvoldoende worden bestraft, nodigt uit tot niet-naleving van die wetgeving en leidt tot concurrentievervalsing. Daarom moeten er in de gehele Gemeenschap uniforme procedures komen om de controles uit te breiden en de straffen op overtredingen van de dierenwelzijnswetgeving aan te scherpen. De lidstaten moeten voorschriften inzake sancties vaststellen die van toepassing zijn op overtredingen van de bepalingen van deze verordening, en ervoor zorgen dat die worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.”

4. De regels in bovengenoemd Verordening zijn minimumeisen, gericht op het dierenwelzijn. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat adverteerder zich niet aan die minimumeisen houdt en niet bestreden dat adverteerder ten behoeve van het dierenwelzijn extra maatregelen (door adverteerder genoemd in zijn verweer en tijdens de mondelinge behandeling), bovenop de minimumeisen heeft getroffen. Nu klaagster bovendien de in haar klacht beschreven ‘dieronvriendelijke’ situaties niet heeft waargenomen in de vrachtwagens van adverteerder, is de Commissie van oordeel dat niet gesteld kan worden dat de tekst “diervriendelijk veevervoer” misleidend is.