19 apr 2018
Wat BankGiro Loterij bedoelt met "voorrang" is niet duidelijk voor gemiddelde consument
RCC 19 april 2018, RB 3133; Dossiernr. 2018/00137 (Bankgiroloterij) Aanbeveling (Bijzondere Reclamecode). De uiting betreft een e-mail van de BankGiro Loterij met onder meer de tekst: “Maak nú al kans op de hoge bedragen! Meneer of mevrouw, u heeft voorrang!”, “Beste meneer of mevrouw, Goed nieuws: u krijgt een voorkeursbehandeling! U bent namelijk geselecteerd om nu al kans te maken op een geldbedrag tot wel € 25.000,-! Donderdag krijgt de rest van Nederland via post deze mogelijkheid. Gebruik uw voorrang nú. Ga meespelen met de BankGiro Loterij via de Gouden Code 5680-8GL827493, voordat deze grote bedragen door andere geluksvogels worden gewonnen […]”. De klacht: Door de tekst wordt de indruk gewekt dat "wie eerst komt, eerst maalt" en daardoor een grotere kans heeft op het winnen van een prijs. Klager maakt hier bezwaar tegen, omdat in een loterij iedereen dezelfde kans op een prijs zou moeten hebben, aldus klager. Hij acht de uiting niet eerlijk en daardoor in strijd met artikel 3a van de Reclamecode voor Kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de wet op de Kansspelen (RVK) 2015.
Het oordeel van de Commissie
Klager vindt de bestreden reclame-uiting niet “eerlijk”. Naar zijn mening wordt in de uiting gesuggereerd dat de geadresseerde een grotere kans maakt op het winnen van een prijs dan diegenen die de uiting niet ontvangen, terwijl in een loterij iedereen dezelfde kans op een prijs zou moeten hebben, aldus klager.
Uit het verweer blijkt dat de bestreden uiting niet alleen betrekking heeft op een loterij, namelijk de BankGiro Loterij, maar ook op een zogenaamd promotioneel kansspel, dat is gekoppeld aan de BankGiro Loterij. In dit promotioneel kansspel, zo begrijpt de Commissie uit het verweer, kunnen de “hoge bedragen!” worden gewonnen waarop de geadresseerde volgens de aanhef van de uiting “Nú al kans” maakt.
De Commissie stelt vast dat bovenbedoeld promotioneel kansspel niet als zodanig wordt aangeduid in de uiting, maar dat, te midden van informatie over deelname aan de BankGiro Loterij, zoals bijvoorbeeld de prijs van een lot, incasso van de inleg en data van de maandelijkse trekking, wordt verwezen naar het ontvangen van geldbedragen van maximaal € 25.000,- en naar “deze actie”, die “tot en met 15 juni 2018” loopt. Naar het oordeel van de Commissie wordt zonder, in de uiting ontbrekende, toelichting onvoldoende duidelijk gemaakt dat voor de uitleg van het gehanteerde begrip “voorrang” een onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds het promotioneel kansspel en anderzijds de BankGiro Loterij.
De gemiddelde consument zal niet bedacht zijn op de eerst bij het verweer door adverteerder gedane mededelingen dat door het activeren van de in de uiting opgenomen Gouden Code een transactievolgnummer wordt geactiveerd, welk nummer een transactievolgnummer kan zijn waaraan een geldbedrag is toegekend. Hoe eerder iemand gaat deelnemen aan het promotioneel kansspel, hoe groter de kans is dat de (hoge) geldbedragen nog niet door anderen gewonnen zijn, aldus het verweer. Nog daargelaten of met deze uitleg voor de gemiddelde consument wel voldoende duidelijk zou zijn geworden welk voordeel voor hem voortvloeit uit de “voorrang” van een twee dagen eerder gedane aankondiging van de actie, die uitleg ontbreekt in de uiting. Dit brengt mee dat de uiting voor de gemiddelde consument naar het oordeel van de Commissie onvoldoende duidelijk is, zodat deze, zoals klager, kan denken dat hem wel een grotere kans op het winnen van de geldprijzen in het vooruitzicht wordt gesteld. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC en artikel 3a RVK 2015.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 7 NRC en 3a RVK 2015. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.