RB
Gepubliceerd op donderdag 10 juli 2025
RB 3915
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
28 mei 2025
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 28 mei 2025, RB 3915; 2024/00677 (Klager tegen adverteerder), https://reclameboek.nl/artikelen/aanprijzing-kfc-family-deal-is-geen-reclame-voor-voedingsmiddel-in-de-zin-van-rvv

Aanprijzing KFC “Family Deal” is geen reclame voor voedingsmiddel in de zin van RVV

RCC CvB 28 mei 2025, RB 3915, LSR 2305; 2024/00677 (Klager tegen adverteerder). Wakker Dier diende een klacht in tegen een abri-reclame van KFC waarin een “Family deal voor 4” wordt gepresenteerd als goedkoper alternatief voor boodschappen. De maaltijd bevat hamburgers, hot wings en friet. De klacht stelt dat de uiting in strijd is met artikel 5 en 6 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV), omdat de maaltijd ongezond zou zijn en aanzet tot overmatige consumptie. Het College stelt vast dat de uiting de combinatie van producten als maaltijd aanprijst, maar geen afzonderlijk voedingsmiddel. Artikel 5 RVV is alleen van toepassing wanneer een voedingsmiddel als onderdeel van een maaltijd wordt aangeprezen. Het artikel is dus niet van toepassing op een reclame-uiting die een volledige maaltijd als geheel promoot. Ook artikel 6 RVV is niet van toepassing, nu er geen sprake is van expliciete aanmoediging tot overmatige consumptie en de getoonde hoeveelheden zijn afgestemd op vier personen. Het College bevestigt de eerdere afwijzing van de klacht. De reclame-uiting is niet in strijd met artikel 5 of 6 van de RVV. De klacht wordt definitief afgewezen.

2. Anders dan klager veronderstelt ziet artikel 5 van de RVV niet op de situatie dat reclame wordt gemaakt voor een (hoofd)maaltijd. Artikel 5 van de RVV bepaalt dat wanneer in een reclame een ‘voedingsmiddel’ als onderdeel van een maaltijd wordt getoond, de getoond maaltijd dient te voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding (RGV). Alleen in het in artikel 5 van de RVV bedoelde geval moet de getoonde maaltijd voldoen aan de RGV. Het begrip ‘voedingsmiddel’ is in de RVV gedefinieerd als: “alle industrieel bereide, veelal verpakte, eet- en drinkwaren, die zijn bestemd voor gebruik door de consument”. De tekst en toelichting op artikel 5 RVV bieden geen grondslag voor de conclusie dat artikel 5 RVV ook betrekking zou hebben op de aanprijzing van een (volledige) maaltijd. Indien dit laatste door de opstellers van deze bepaling zou zijn beoogd, zou in artikel 5 van de RVV niet uitsluitend als uitgangspunt zijn genomen: “wanneer in een reclame-uiting een voedingsmiddel als onderdeel van een maaltijd wordt getoond”. De Commissie gaat ervan uit dat met de verwijzing naar een voedingsmiddel in artikel 5 van de RVV, is bedoeld de reikwijdte van artikel 5 RVV te beperken tot de aanprijzing van een voedingsmiddel. Daarbij merkt de Commissie op dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat in een restaurant of fastfoodketen bereide maaltijd, zoals in de bestreden reclame-uiting is te zien, beantwoordt aan deze definitie. Voorgaande leidt ertoe dat artikel 5 van de RVV niet van toepassing is op de bestreden reclame-uiting.