7 dec 2023
Advertentie van Tesla is misleidend
RCC 7 december 2023, RB 3819;2023/00519 (Klager tegen adverteerder) Klager heeft onlangs een auto gekocht van het merk Tesla. Bij het selecteren van het model werd er een prijs van €46.990,- getoond. Bij het betalen werden echter meerdere bedragen bij dit bedrag opgeteld, die niet eerder werden getoond. De klager vindt dit misleidend, omdat de extra kosten pas bij het afrekenen in beeld komen. De adverteerder voert verweer.
Adverteerder is van mening dat het tonen van prijzen in het bestelproces geen reclame is volgens de Nederlandse Reclame Code, maar een wettelijke verplichting. Voorts kan de wijze waarop Tesla de verkoopprijs toont niet als misleidend worden beschouwd volgens de adverteerder. Het bestelproces leidt niet tot een besluit dat de gemiddelde consument anders niet zou nemen. De Commissie beoordeelt eerst of de getoonde prijs in de uiting van Tesla als reclame kan worden beschouwd. Aangezien de uiting een product met bijbehorende prijs bevat, wordt het beschouwd als een uitnodiging tot aankoop, wat een vorm van reclame is. Voorts zal de gemiddelde consument waarschijnlijk aannemen dat de getoonde prijs de verkoopprijs van de auto is. Tesla heeft verzuimd de onvermijdbare en voorzienbare kosten, zoals bestemmings- en documentatiekosten en de recyclingbijdrage, in de getoonde prijs op te nemen. Deze kosten zijn vooraf bekend en moeten in de verkoopprijs worden verdisconteerd volgens de relevante regelgeving. Daarom is de uiting in strijd met onder andere de Nederlandse Reclame Code. Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting wegens het niet vermelden van de uiteindelijke prijs in strijd met het bepaalde in artikel 8.4 aanhef en onder i NRC en artikel 2 NRC.
2. De gemiddelde consument zal er naar het oordeel van de Commissie vanuit gaan dat de getoonde prijs de prijs is waarvoor hij de auto daadwerkelijk kan kopen bij adverteerder, te weten de verkoopprijs. Volgens adverteerder betreft de getoonde prijs niet de verkoopprijs van de auto, maar de fiscale waarde daarvan in verband met de Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren. Dat het om een afwijking van de verkoopprijs zou gaan blijkt echter niet uit de uiting. Om die reden moet de getoonde prijs voldoen aan de eisen die gelden voor het noemen van een verkoopprijs. Ingevolge artikel 8.4 aanhef en onder i NRC dient, kort gezegd en voor zover hier van belang, bij een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand de totale prijs van het product te worden genoemd inclusief alle bijkomende kosten die op voorhand kunnen worden berekend. Deze verplichting dient in samenhang met de Prijzenwet en het Besluit prijsaanduiding producten te worden uitgelegd (vgl. HvJ 7 juli 2016, zaak C-476/14, ECLI:EU:C:2016:527 inzake Citroën). In de verkoopprijs moeten op grond van het voorgaande alle onvermijdbare en voorzienbare kosten worden opgenomen, die de consument verplicht moet betalen voor de aankoop van het product. Het tonen van de uiteindelijke prijs die de consument daadwerkelijk bij de aankoop betaalt, inclusief alle vooraf bekende bijkomende kosten, stelt de consument in staat de aangeduide prijs te beoordelen en te vergelijken met die van andere gelijksoortige producten en op basis van eenvoudige vergelijkingen weloverwogen keuzes te maken.