Gepubliceerd op woensdag 26 november 2014
AH in overtreding met biologische schapkaartjes
RCC 4 november 2014, RB 2273 (Albert Heijn)
Aanbeveling. Strijd met de wet. Claims. De uiting: Het betreft schapkaartjes met de tekst “biologisch”, gevolgd door onder meer de omschrijving van het product en de bijbehorende prijs, voor zover deze werden gebruikt in combinatie met fairtrade pinda’s, notenmix, cashewnoten, ananasschijven, groene thee met citroen en rooibos met specerijen, alsmede in combinatie met niet-fairtrade koffie, spruiten in pot, gerecycled toiletpapier en Olvarit (bruine bonen en vlees). De klacht: Klaagster stelt, kort samengevat, dat de door haar genoemde producten waarbij de schapkaart “biologisch” hing, geen biologische producten zijn.
1) In artikel 23 van de Verordening (EG) Nr. 834/2007 inzake de biologische producten en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening nr. 2092/91, is bepaald dat de termen vermeld in de bijlage bij deze verordening, waaronder ‘biologisch’, slechts mogen worden gebruikt indien is voldaan aan de voorschriften die bij of krachtens die verordening zijn vastgesteld. Adverteerder heeft erkend dat ten aanzien van de door klaagster genoemde producten niet aan de eisen van Verordening (EG) Nr. 834/2007 is voldaan. Op grond hiervan kunnen bedoelde producten niet als “biologisch” worden beschouwd en heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 23 van de Verordening (EG) Nr. 834/2007 door de producten op de schapkaartjes “biologisch” te noemen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk, waardoor zij voor de toepassing van de Nederlandse Reclame Code als wet is te beschouwen. Derhalve is de voorzitter van oordeel dat de reclame is gemaakt in strijd met de wet zoals bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting om deze reden niet toelaatbaar is, behoeven de overige door klaagster aangevoerde gronden van de klacht geen verdere behandeling.