RB
Gepubliceerd op donderdag 24 december 2015
RB 2612
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Claim dat Prioderm hoofdluis voorkomt te absoluut

CvB 22 december 2015, RB 2612; Dossiernr: 2015/00943 - CVB (Prioderm)
Aanbeveling. Misleiding. Uiting: “Hoofdluis, je moet er niet aan denken! Maak je geen zorgen! Hoofdluis kun je goed behandelen en voorkomen met de producten van Prioderm. Verkrijgbaar bij apotheek en drogist. Prioderm. Sterker dan hoofdluis. Lees voor gebruik de bijsluiter of gebruiksaanwijzing”.

Klacht: Op basisscholen is luis na de zomervakantie een groot probleem. Gesteld wordt:  “Hoofdluis kun je goed behandelen en voorkomen”. “Behandelen” begrijpt klaagster, maar “voorkomen” is onmogelijk. Klaagster verwijst naar de site van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM). Ouders geven gul als het om hun kinderen gaat. Adverteerder springt hier handig op in tijdens het “luizen seizoen”. Klaagster vindt de uiting misleidend.

College van Beroep:

1. In de bestreden radiocommercial wordt onder meer gezegd: “Hoofdluis kun je goed behandelen en voorkomen met de producten van Prioderm”. Niet in geschil is dat met die ‘producten’ specifiek Prioderm Preventief, Prioderm Shampoo Plus en Prioderm Lotion worden bedoeld. Meda Pharma heeft haar stellingen op die producten toegespitst. In beroep gaat het niet om de vraag of deze producten enige preventieve werking hebben (‘voorkomen’ van hoofdluis). De Commissie heeft immers geoordeeld dat deze producten een zekere bescherming bieden tegen (her)besmet­ting met hoofdluis. Tegen dat oordeel is geen beroep ingesteld. Het geschil in beroep blijft om die reden beperkt tot de vraag of de uiting een juiste voorstelling geeft van de mate waarin bij het gebruik van de genoemde producten een (her)besmet­ting met hoofdluis kan worden voorkomen. In de bestreden uiting wordt gesproken over het behandelen en het voorkomen van hoofdluis, waarbij wordt gezegd dat de Prioderm producten sterker zijn dan hoofdluis. Consumenten zullen die mededelingen, in combinatie met de mededeling dat men zich geen zorgen over hoofdluis hoeft te maken, zo opvatten dat na een behandeling met elk van de onderhavige producten geen (nieuwe) besmetting met hoofdluis zal optreden, derhalve dat men na gebruik van deze producten effectief tegen (her)besmetting is beschermd. Dat in de radiocommercial ook naar de bijsluiter of gebruiksaanwijzing wordt verwezen, brengt niet mee dat de consument een andere uitleg aan de commercial zal geven.

2. Bij de beoordeling is de bijzondere aard van de aangeprezen producten van belang. Prioderm Lotion is een geneesmiddel. Prioderm Preventief en Prioderm Shampoo Plus zijn medische hulpmiddelen. Op grond hiervan zal het College de uiting mede beoordelen aan de hand van de toepasselijke bijzondere reclamecodes. Meda Pharma verwijst naar de Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen respectievelijk de Code Publieksreclame Medische (Zelfzorg) Hulpmiddelen. Beide codes zijn inmiddels in de Nederlandse Reclame Code geïmplementeerd als de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015 respectievelijk de Code voor de reclame voor Medische zelfzorg Hulpmiddelen (CMH). Het College zal primair aan de CPG en CMH toetsen, nu deze codes deel uitmaken van de Nederlandse Reclame Code. Zij bevatten specifieke normen voor de onderhavige producten. Ten aanzien van Prioderm Lotion is in het bijzonder artikel 9 CPG 2015 van belang. Dit artikel bepaalt dat reclame voor een geneesmiddel een objectieve voorstelling van zaken dient te geven en niet mag misleiden. In de toelichting bij dit artikel staat dat reclame voor een geneesmiddel waarheidsgetrouw moet zijn en de eigenschappen ervan niet mag overdrijven. Voor Prioderm Preventief en Prioderm Shampoo Plus verwijst het College naar de met artikel 9 CPG 2015 overeenstemmende regeling van artikel 9 CMH. Op basis van deze artikelen wordt geoordeeld als volgt.

3. Het College begrijpt dat het CBG ten aanzien van Prioderm Lotion een effectieve bescherming aanwezig acht gedurende enkele weken. Ten aanzien van Prioderm Preventief gaat de Keuringsraad KOAG/KAG blijkbaar uit van een bescherming gedurende zeven uur of langer. Ten aanzien van Prioderm Shampoo Plus is echter geen sprake van een effectieve bescherming maar van een werking die inhoudt dat het behandelde haar minder aantrekkelijk wordt voor hoofdluis (de statische aantrekking van het haar vermindert) waardoor men minder snel zal worden (her)be­smet. Een dergelijk gering te achten bescherming voldoet naar het oordeel van het College niet aan de verwachtingen van de gemiddelde consument op basis van de onderhavige radiocommercial. De commercial claimt immers dat alle drie Prioderm producten geschikt zijn om besmetting effectief te voorkomen. Maar in feite is bij Prioderm Shampoo Plus slechts sprake van een verminderde kans op (her)besmet­ting. Op grond van het voorgaande oordeelt het College dat de radiocommercial ten onrechte voor alle Prioderm producten die in de commercial worden aangeprezen, de indruk wekt dat deze elk afzonderlijk effectieve bescherming bieden tegen (her)besmetting door hoofdluis, nu deze mate van bescherming niet voor Prioderm Shampoo Plus geldt. In dat opzicht acht het College de uiting te absoluut. Meda Pharma had enige nuance dienen aan te brengen waaruit zou blijken dat de ‘Prioderm producten’ onderling verschillen vertonen met betrekking tot de mate waarin zij in staat zijn een (her)besmetting met hoofdluis te voorkomen. Het College onderschrijft bij gebreke van deze nuance het oordeel van de Commissie dat de uiting een te absolute voorstelling geeft van de resultaten die van het gebruik van de afzonderlijke producten kan worden verwacht.

4. Meda Pharma stelt overigens dat in de radiocommercial sprake is van lichte overdrijving en dat de uiting een beeld schetst waarin de werking ‘mooier wordt weergegeven dan deze in werkelijkheid is’. Van klaarblijkelijke, voor de consument duidelijk herkenbare overdrijving is echter geen sprake, zodat de gemiddelde consument de uiting letterlijk zal nemen en ervan zal uitgaan dat ook met Prioderm Shampoo Plus een (her)besmetting met hoofdluis effectief kan worden voorkomen. Het College oordeelt op grond van het voorgaande dat de radiocommercial geen objectieve voorstelling van zaken geeft voor zover het betreft het product Prioderm Shampoo Plus. De consument kan op grond van de radiocommercial besluiten dit product te kopen in de onjuiste veronderstelling dat het effectieve bescherming biedt. Om die reden is de uiting misleidend. Dit oordeel impliceert dat de radiocommercial niet verenigbaar is met artikel 9 CMH. Dat de consument, zoals Meda Pharma stelt, via andere bronnen (website, verpakking, gebruiksaanwijzing, bijsluiter, apotheek of drogist) nader wordt geïnformeerd over de afzonderlijke Prioderm producten, kan niet tot het oordeel dat geen sprake is van strijd met artikel 9 CMH. De radiocommercial dient immers als een zelfstandige reclame-uiting te worden beschouwd die, los van aanvullende informatie in andere uitingen, aan de eisen van de Nederlandse Reclame Code, inclusief de CMH, dient te voldoen.

5. Het College overweegt, in verband met artikel 3 CMH, dat met het oordeel dat de radiocommercial in strijd is met artikel 9 CMH nu deze mede is bedoeld ter aanprijzing van Prioderm Shampoo Plus, wordt afgeweken van de toelating door de Keuringsraad KOAG/ KAG. Deze instantie heeft de uiting immers van een toelatingsnummer voorzien welk geacht moet worden voor elk afzonderlijk product te zijn bedoeld waarop de radiocommercial betrekking heeft. Het feit dat de Keuringsraad de onderhavige reclame-uiting preventief heeft goedgekeurd, sluit niet uit dat naar aanleiding van een specifieke klacht en op basis van de toetsing na hoor en wederhoor anders wordt beslist over de vraag of de uiting aan de CMH voldoet, mede op basis van de informatie die in beroep beschikbaar is. De toelating door de Keuringsraad staat in dit specifieke geval niet in de weg aan het oordeel dat de bestreden uiting in strijd is met artikel 9 CMH in verbinding met artikel 7 NRC nu daarin mede Prioderm Shampoo Plus wordt aangeprezen. Derhalve wordt beslist als volgt, waarbij, in aanvulling op de beslissing van de Commissie, tevens naar artikel 9 CMH zal worden verwezen.

Het College bevestigt de bestreden beslissing van de Commissie met dien verstande dat het de bestreden reclame-uiting in strijd acht met artikel 9 CMH in verbinding met artikel 7 NRC.