RB
Gepubliceerd op donderdag 11 juli 2019
RB 3329
EU ||
26 jun 2019
EU 26 jun 2019, RB 3329; (Dyson tegen BSH), https://reclameboek.nl/artikelen/denigrerende-vergelijkende-reclame-dyson-over-stofzuiger-bsh

Uitspraak ingezonden door Veerle Raus en Lisbeth Depypere, CMS.

Denigrerende vergelijkende reclame Dyson over stofzuiger BSH

Ondernemingsrechtbank Antwerpen (Afdeling Antwerpen) 26 juni 2019, IEF 18584, IEFbe 3329, RB 2912  (Dyson tegen BSH) Marktpraktijken. Slechtmaking. Vergelijkende reclame. Dyson dagvaardde BSH in 2015, omdat de reclame van een stofzuiger van BSH incorrect en misleidend zou zijn. Naast de dagvaarding stuurde Dyson ook een persbericht uit, waarin zij stelde dat BSH zich schuldig maakte aan oneerlijke marktpraktijken en waarbij zij de link maakte met het Volkswagenschandaal. De Europese Commissie bepaalde dat de aangegeven energielabel niet meer gebruikt mag worden in verband met stofzuigers. Volgens Dyson bleef BSH verwijzen naar het energielabel in verband met haar stofzuigers en misleidde zij nog steeds de consument. De stakingsrechter oordeelt dat Dyson zich bij het persbericht schuldig maakte aan slechtmaking en denigrerende en onrechtmatige vergelijkende reclame. 

Het oordeel van de stakingsrechter
In een vonnis van 26 juni 2019 volgt de stakingsrechter het standpunt van BSH dat de oorspronkelijke vorderingen van Dyson inzake de VSQ8POWER4 zonder voorwerp zijn geworden omdat deze stofzuiger reeds sinds 2016 uit de handel werd gehaald.
 
Wat betreft de nieuwe vorderingen van Dyson, die gebaseerd waren op de bewering dat BSH bleef verwijzen naar het energielabel in verband met stofzuigers, oordeelt de stakingsrechter dat deze nieuwe vorderingen ontoelaatbaar zijn, aangezien ze gebaseerd zijn op nieuwe feiten en nieuwe vermeende inbreuken.
 
De stakingsrechter oordeelt verder dat Dyson zich bij het persbericht schuldig maakte aan slechtmaking en denigrerende vergelijkende reclame.
 
Het persbericht dat Dyson uitstuurde had de titel: “Bosch en Siemens profiteren van mazen in EU-regelgeving voor stofzuigers”. Stofzuigerproducenten waren ten tijde van het persbericht evenwel wettelijk verplicht om met een lege stofzuigerzak te testen, wat BSH dan ook heeft gedaan. BSH heeft dan ook niet geprofiteerd van mazen in de EU-regelgeving, maar de regelgeving louter nageleefd. Door te spreken van “profiteren” en “mazen” is er enigszins sprake van misleiding door Dyson, doch niet in die mat dat zij niet meer in overeenstemming is te brengen met commerciële communicatie. Door bij het uitsturen van het persbericht een link te leggen met het Volkswagenschandaal op een ogenblik dat er veel publieke belangstelling voor dit schandaal was, insinueerde Dyson evenwel dat BSH haar producten op een zodanige manier zou ontwikkelen dat deze goed door de testen zouden komen, maar niet zodanig dat zij voor de consument het beste rendement zouden hebben. Door dergelijke boodschap op een grootschalige manier te verspreiden, voerde Dyson een aanval uit op de reputatie van de producten van BSH en op de integriteit van het bedrijf, wat niet in overeenstemming valt te brengen met normale commerciële communicatie. Er is dus sprake van slechtmaking.
 
Tevens liet Dyson zich op die manier kleinerend uit over de goederen en merken van BSH en schaadde zij haar goede naam. Er is dus ook sprake van onrechtmatige vergelijkende reclame.