RB
Gepubliceerd op vrijdag 26 april 2019
RB 3298
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
16 apr 2019
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 16 apr 2019, RB 3298; 2018/00821 (Klager tegen NRV), https://reclameboek.nl/artikelen/doorgehaalde-prijs-zonder-toelichting-suggereert-ten-onrechte-prijsvoordeel

Doorgehaalde prijs zonder toelichting suggereert ten onrechte prijsvoordeel

RCC 16 april 2019, Rb 3298; 2018/00821 (klager tegen NRV) Misleidende reclame. Misleiding prijs. Het betreft de aanbieding van de 21-daagse groepsreis 'Relaxt door Peru'. De inleidende klacht is gebaseerd op de weergave van de prijs voor de groepsreis. Enkele keren is de reis aangeboden met de mededeling € 175,- korting. Volgens geïntimeerde is echter voorafgaand aan de kortingsacties de prijs steeds verhoogd tot meer dan € 2600,-, en is de prijs na de acties weer teruggebracht tot de gebruikelijke prijs van ongeveer € 2459,-.
De Commissie en het College gaan ervan uit dat de gemiddelde consument een doorgestreepte prijs zo zal begrijpen dat deze de voorafgaand aan de kortingsactie geldende prijs betreft. In dit geval betreft de doorgestreepte prijs evenwel niet de vorige prijs, maar de basisverkoopprijs, die niet voorafgaand aan de nieuwe actie gold. De enkele vermelding van de doorgestreepte prijs zonder toelichting, suggereert voor de gemiddelde consument ten onrechte een aanzienlijk reëel prijsvoordeel.

3. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument een doorgestreepte prijs in het algemeen zo begrijpen dat deze de voorafgaand aan de kortingsactie gehanteerde prijs betreft, waarop de geadverteerde korting wordt verleend. In het onderhavige geval echter betreft de doorgestreepte prijs de door NRV voor de reis vastgestelde ‘basisverkoopprijs’, waarvan vast staat dat dit niet de prijs is die voorafgaand aan de kortingsacties gold. Nu de gemiddelde consument er niet zonder meer op bedacht zal zijn dat de geadverteerde korting van € 175,- wordt verleend op de basisverkoopprijs en niet op de voorafgaande prijs, dient dit in de uiting duidelijk te worden gemaakt om te voorkomen dat de consument op het verkeerde been wordt gezet ten aanzien van het te behalen prijsvoordeel. Dit is in de bestreden uiting niet gedaan.

4. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de uiting onduidelijk is ten aanzien van het prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie – het boeken van de reis – te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.