Folder met uiting over monsterverkoop bij World Fashion Center moet ja-nee sticker respecteren
RCC 3 maart 2014, dossiernummer 2013/00951 (Monsterverkoop World Fashion Center)
Aanbeveling. Het betreft een ongeadresseerde uiting waarin onder de aanhef “MONSTERVERKOOP” onder meer staat: “MET DEZE UITNODIGING TEVENS TOEGANG BIJ KNAAP-FASHION PARTERRE 2.00.06”. In de uiting zijn diverse data en tijdstippen vermeld waarop kennelijk de monsterverkoop plaatsvindt. Hoewel klagers brievenbus voorzien is van een nee/nee sticker, ontving klager voor de tweede maal een ongeadresseerde folder van verweerder. Klager heeft beide keren een klacht ingediend bij verweerder. De eerste klacht werd door verweerder afgewezen. Op de tweede klacht is niet gereageerd. De Commissie deelt het oordeel van de voorzitter dat de bewuste uitnodiging moet worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC.
De uiting houdt duidelijk een systematische directe aanprijzing in van door “World Fashion Center” (verweerder) in het kader van een “MONSTERVERKOOP” ten verkoop aangeboden kleding. Daarbij gaat het kennelijk om kleding van de diverse in de uiting genoemde merken.
Verweerder heeft in zijn bezwaarschrift niet weersproken dat de onderhavige uiting is verspreid via klagers brievenbus, die voorzien was van een nee/nee sticker. Gelet hierop is niet voldaan aan het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. Daarin staat voor zover hier van belang:
“Afzenders en verspreiders zullen ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen treffen die noodzakelijk zijn:
- teneinde de respectering van de op bijlage 1 vermelde stickers te bereiken”.
De Commissie acht verweerder, als afzender van de onderhavige uiting, verantwoordelijk voor de onderhavige overtreding.
Het verweer dat mensen, zoals bijvoorbeeld klager, die aan verweerder meedelen geen prijs te stellen op het ontvangen van een uitnodiging als de onderhavige, geen uitnodiging meer zullen ontvangen, leidt niet tot een ander oordeel.