Halloweenposters wel eng, maar niet in strijd met de goede smaak
RCC 30 oktober 2014, RB 2266 (Halloween Parade Zoetermeer) en RCC 30 oktober 2014, RB 2267 (Halloween Fright Nights)
Inzake Halloween Parade Zoetermeer:
1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de poster vanwege de afbeelding van een als clown uitgedoste personage met puntige tanden en ogen die rood lijken op te lichten, in strijd met de goede smaak en/of fatsoen acht als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met een van deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.
2. Bij haar beoordeling stelt de Commissie voorop dat de poster bedoeld is om de aandacht te vestigen op de viering van Halloween in de gemeente Zoetermeer. Halloween is het feest van de (boze) geesten en deelnemers plegen verkleed en gemaskerd te zijn als boze geest om anderen schrik aan te jagen. De poster is bedoeld om op te roepen tot deelname aan dat feest zoals dat in Zoetermeer kennelijk wordt gevierd. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat de afbeelding op de poster door (jonge) kinderen als angstaanjagend kan worden ervaren, is de Commissie van oordeel dat de bestreden poster aansluit bij de aard van Halloween. De poster bevindt zich niet op een plek waar jonge kinderen zeer frequent en langdurig met de poster zullen worden geconfronteerd. Niet is gebleken dat de bestreden uiting in de nabijheid van een lagere school of op andere voor kinderen bestemde plaatsen is te zien. In dit licht is de Commissie dan ook van oordeel dat de poster de grenzen van het toelaatbare niet te buiten gaat.
3. Het voorgaande neemt overigens niet weg dat de Commissie er begrip voor heeft dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waarderen. Dit leidt evenwel – gezien het voorgaande – niet tot een andere beslissing.
Inzake Walibi Halloween Fright Nights:
1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de poster vanwege de afbeelding van onder meer een clown met scherpe tanden in strijd met de goede smaak en/of fatsoen acht als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met een van deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.
2. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat de afbeelding op de poster door (jonge) kinderen als angstaanjagend kan worden ervaren, is de Commissie van oordeel dat de bestreden poster de grenzen van het toelaatbare niet te buiten gaat. De poster bevindt zich in een filiaal van de Hema en daarmee niet op een plek waar jonge kinderen zeer frequent met de poster zullen worden geconfronteerd. In dit licht is de Commissie dan ook van oordeel dat de poster de grenzen van het toelaatbare niet te buiten gaat.
3. Het voorgaande neemt overigens niet weg dat de Commissie er begrip voor heeft dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waarderen en dat het niet zonder meer voor de hand ligt de poster in een groot formaat te publiceren in een op een algemeen publiek gerichte winkel. Dit leidt evenwel – gezien het voorgaande – niet tot een andere beslissing.