23 aug 2016
Handelsvergunning vereist indien reclame voor product medische werking impliceert
Vz. RCC 23 augustus 2016, RB 2774; LS&R 1369; Dossiernr: 2016/00442 (bestreden reclame-uiting ‘rain product’) Toewijzing. Misleidende reclame. Medische claims. De klacht: Klager stelt dat op de website voor Rain Core en Rain Soul diverse gezondheidsclaims worden gebruikt die niet zijn toegestaan door de Europese Commissie. Hierdoor wordt de consument misleid. De uitingen vallen onder de competentie van de KOAG. De uitingen zijn niet ter preventieve toetsing aan de KOAG voorgelegd en niet van een toelatingsnummer voorzien. Indien de betreffende uitingen wel zouden zijn voorgelegd, had de Keuringsraad KOAG/KAG de ze niet van een toelatingsnummer voorzien, aangezien er gebruikt wordt gemaakt van diverse medische claims. Naar oordeel van de voorzitter is er er een handelsvergunning vereist indien een product medische werking impliceert.
Het oordeel van de voorzitter:
3) Mededelingen die inhouden dat dankzij de aangeprezen producten gezondheidsproblemen worden bestreden of verbeterd, respectievelijk inwendige organen kunnen worden gekalmeerd, huidaandoeningen kunnen worden bestreden, ontstekingen kunnen worden geremd of verminderd dan wel pijn kan worden verminderd, impliceren dat het product een medische werking heeft. De gezondheidsproblemen waarnaar wordt verwezen, zullen door de gemiddelde consument immers kunnen worden opgevat als een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens (vgl. de definitie van geneesmiddel in artikel 1 aanhef en onder b sub 1 Geneesmiddelenwet). De werking die daarbij wordt gesuggereerd, kan worden opgevat als het genezen, verminderen of het voorkomen daarvan. De voorzitter oordeelt op grond van het voorgaande, in navolging van de Keuringsraad KOAG/KAG, dat de producten door de hiervoor weergegeven mededelingen volgens het aandieningscriterium als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet als een geneesmiddel dienen te worden gekwalificeerd.
4) Voor reclame voor een geneesmiddel is vereist dat hiervoor een handelsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet. Niet gesteld of gebleken is dat voor de aangeprezen producten een dergelijke handelsvergunning is verleend. Om die reden is de uiting in strijd met het verbod van artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC. Tevens is de uiting daardoor in strijd met artikel 4 Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015.
5) Het feit dat het niet is toegestaan voor de onderhavige producten reclame te maken, impliceert dat niet meer wordt toegekomen aan de beantwoording van de vraag of in de uiting gezondheidsclaims worden gebruikt in strijd met de voor dergelijke claims geldende regulering als bedoeld in Verordening (EG) 1924/2006. Evenmin wordt om die reden toegekomen aan de vraag of de mededelingen over koud persen misleidend zijn.
6) De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat zij de bestreden reclame-uiting heeft verwijderd. Adverteerder heeft echter niet gesteld zich in de toekomst van mededelingen als de onderhavige te zullen onthouden. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter: De voorzitter acht op grond van het voorgaande de bestreden reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en met artikel 4 CPG 2015. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Regeling:
NRC art. 2 (wet)
CPG 2015 art. 4