Minister: dit (reclame)bord hoort niet thuis langs de snelweg
In navolging van ons eerdere bericht (RB 680), het antwoord van de Minister op kamervragen. Voor de praktijk relevant zijn
1) richtlijn dat een object langs de snelweg maximaal twee seconden de aandacht mag vasthouden, en
2) dat er een beleidskader "afleiding" wordt geformuleerd. Daaraan kunnen weigeringsgronden worden ontleend voor het niet-verlenen van een vergunning voor (geplande) objecten langs de autosnelwegen. Dit betreft dan o.a. gebouwen, windturbines, billboards en kunstobject
Opvallend zijn de richtlijn; object mag maximaal twee seconden aandracht vasthouden
Rijkswaterstaat hanteert als richtlijn dat een object wat niet relevant is voor de rijtaak de aandacht maximaal twee seconden mag vasthouden. Wanneer een bestuurder besluit een foto van dit object te maken wordt in de eerste plaats de regel betreffende het gebruik van een mobiele telefoon in de auto overtreden. Daarnaast zal naar alle waarschijnlijkheid de aandacht meer dan twee seconde van het verkeer zijn afgeleid waardoor de verkeersveiligheid negatief beïnvloed kan worden.
en het beleidskader "afleiding" dat kader geeft voor (geplande) objecten langs de auto(snel)wegen. Dit kader geeft criteria aan voor negatieve beïnvloeding van de verkeersveiligheid en mogelijk een weigeringsgrond voor vergunningen.
Binnen mijn departement wordt momenteel gewerkt aan een beleidskader “afleiding”. Dit kader beschrijft criteria om van (geplande) objecten langs auto(snel) snelwegen vast te stellen of zij de verkeersveiligheid negatief kunnen beïnvloeden. Met objecten worden in dit kader o.a. gebouwen, windturbines, billboards en kunstobjecten bedoeld. Wanneer objecten de verkeersveiligheid negatief kunnen beïnvloeden is dit een grond voor Rijkswaterstaat om een aanvraag voor een vergunning te weigeren. Wanneer het object buiten het beheergebied van Rijkswaterstaat wordt gerealiseerd, zoals in deze casus het geval is, zal dit beleidskader worden gebruikt om een standpunt in te nemen richting de betreffende decentrale overheid.
Dit beleidskader zal besproken worden met de VNG en mijn verwachting is dat het rond de zomer wordt vastgesteld waarna het aan alle gemeenten over wiens grondgebied een auto (snel) weg loopt wordt aangeboden.
Zie antwoord op kamervragen hier