RB
Gepubliceerd op donderdag 22 juli 2021
RB 3540
Rechtspraak (NL/EU) ||
30 apr 2021
Rechtspraak (NL/EU) 30 apr 2021, RB 3540; ECLI:NL:RBROT:2021:3960 (Forbo tegen Duracryl ), https://reclameboek.nl/artikelen/onduidelijkheid-over-het-aanprijzen-van-natuurvriendelijke-eigenschappen

Onduidelijkheid over het aanprijzen van natuurvriendelijke eigenschappen

Vzr. Rechtbank Rotterdam 30 april 2021, IT 3600, RB 3540; ECLI:NL:RBROT:2021:3960 (Forbo tegen Duracryl)  Kort geding. Beide partijen houden zich bezig met de productie en verkoop van vloeren. Forbo heeft van Duracryl een exclusieve licentie verkregen voor de verkoop van een kurkvloer, CLL. Forbo vordert in deze zaak de staking van het gebruik van het woord ‘linoleum’ door Duracryl. Duracryl gebruikt dit woord in reclame-uitingen op haar website en brochures. Forbo onderbouwt dit met de stelling dat de CLL vloer niet de natuurvriendelijke eigenschappen van linoleum heeft. De voorzieningenrechter oordeelt dat het onduidelijk is wanneer het aanprijzen van natuurvriendelijke eigenschappen misleidend is. Ook heeft Duracryl onweersproken gesteld dat CLL door afnemers beschouwd wordt als een vloeibare vorm van linoleum. De vorderingen van Forbo worden afgewezen.

4.8. Voor de vraag of CLL ten onrechte als een natuurproduct of als een natuurvriendelijk product wordt aangeprezen, geldt in wezen hetzelfde. Het is niet duidelijk wanneer een product aangeprezen mag worden als een natuurproduct of als een natuurvriendelijk product, en wanneer de toevoeging van een boom en/of groene kleur aan het promotiemateriaal misleidend is. Of de toevoeging van chemische componenten (die zorgen voor droging en hechting) met zich brengen dat de aanprijzing onrechtmatig is, is niet zonder meer aannemelijk. In dit verband merkt de voorzieningenrechter op dat Forbo Eurocol LiquidDesign zelf ook aanprijst, althans heeft aangeprezen, als een product bestaande uit “natuurlijke componenten”. De tijdens de mondelinge behandeling gevoerde discussie over de natuurvriendelijkheid van het linoleum van Forbo c.s., en of er – in het kader van een vergelijking van de producten van partijen – een cradle-to-gate of een cradle-to-cradle beoordeling moet plaatsvinden, kan hier verder buiten beschouwing blijven.