Reclame ooglijn onrechtmatig over huisartsen

RCC 7 september 2023, RB 3797; 2023/00359 (Klager tegen Oogvereniging). In een reclame van de ooglijn wordt gezegd dat het lang duurt voordat je bij de huisarts terecht kan, nog langer voordat je wordt doorverwezen naar een oogarts bij serieuze klachten. De uiting is afkomstig van een patiëntenvereniging van mensen met oogziektes. Klager is een huisarts en vindt dat de uiting niet de waarheid vertelt. Assistentes bij de huisarts worden namelijk opgeleid om te herkennen wanneer bepaalde klachten spoed hebben en verwijzen huisartsen meteen door naar de oogarts bij spoedsituaties. Door de uiting van de oogvereniging wordt de relatie tussen patiënt en huisarts verstoord en wordt een onjuiste situatie geschetst van het patiëntentraject.

De reclame is bedoeld voor mensen die steeds waziger gaan zien, dus niet een acuut spoedgeval. Daarnaast ziet de oogvereniging de werkdruk en wachttijden bij huisartsen oplopen. Zij willen mensen met vragen te woord kunnen staan. De bedoeling van de reclame was geenszins om de spot te drijven met huisartsen. In de uiting valt niet op te maken dat het hier niet om spoedsituatie gaat, maar om het geleidelijk steeds waziger zien. Dit kan in sommige situaties echter ook een spoedgeval opleveren. Verder wordt in de reclame niet expliciet verteld dat geen uitleg wordt gegeven bij de oogarts, maar wordt deze suggestie wel gewekt. Hierdoor worden zonder dit te rechtvaardigen gevoelens van angst gewekt bij patiënten in de zin dat mensen niet op tijd bij de huisarts terecht kunnen. De Commissie acht de uiting in strijd met de Nederlandse Reclame Code en beveelt de adverteerder om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.