Uiting ANWB Wegenwacht misleidend door onvolledigheid
Vzr. RCC 16 februari 2016, RB 2678; Dossiernr. 2016/00021 (ANWB Wegenwacht)
Misleiding. Uiting: Het betreft:
- een uiting van adverteerder op Facebook van voor zover daarin staat: “Wegenwacht Actie Het eerste jaar Wegenwacht Instapservice van € 55,- voor maar € 10,-!”
- de website www.anwb.nl voor zover het betreft de actiepagina in verband met voorgaande aanbieding, waar onder meer staat: “Een geslaagde aanbieding Gefeliciteerd met je rijbewijs!Waarschijnlijk ga je nu pas echt lekker kilometers maken. Als je pech hebt wil je natuurlijk zo snel mogelijk geholpen worden en weer verder. Met de unieke link die je van jouw rijschool hebt gekregen doen wij je een geslaagde aanbieding.Instap nu maar 10,- Van 55,- voor 10,- Stap in”.
Klacht: Klager heeft in de zomer van 2015 zijn rijbewijs gehaald. Hij kreeg de tip dat je bij adverteerder via een speciale link het eerste jaar een gratis ANWB wegenwacht abonnement kon afsluiten. Klager heeft zich aangemeld met ingang van 30 juli 2015 en heeft € 10,00 betaald. Volgens klager mocht hij op grond van de uitingen ervan uitgaan dat hij gedurende het eerste jaar van zijn deelname, dus tot 30 juli 2016, niet meer dan € 10,00 zou behoeven te betalen. Adverteerder heeft hem echter voor de periode vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 € 55,00 in rekening gebracht. Klager heeft contact opgenomen met adverteerder, maar kreeg te horen dat al jaren op deze wijze werd geadverteerd en dat het eerste jaar van deelname nu eenmaal altijd korter is dan de periode van 12 maanden. Klager acht de uitingen daarom misleidend. Adverteerder heeft sinds november 2015 de actiepagina veranderd. Nu is het wel duidelijk dat het een aanbieding betreft voor het kalenderjaar 2016.
Voorzitter:
1) De mededeling “Het eerste jaar Wegenwacht Instapservice van € 55,- voor maar € 10,-“ kan bij de gemiddelde consument de indruk wekken dat men gedurende een vol jaar gebruik kan maken van de wegenwachtservice voor € 10,00, terwijl dit bedrag alleen geldt voor de resterende maanden van het lopende jaar waarin men zich heeft aangemeld. Na 1 januari dient men alsnog het volledige bedrag voor het lidmaatschap gedurende het volgende jaar te betalen. Adverteerder heeft zich van de uitingen bediend op het moment dat de helft van het kalenderjaar al was verstreken. Daarom had zij in de uitingen duidelijk moeten vermelden wat werd verstaan onder “het eerste jaar” teneinde te voorkomen dat bij de consument onjuiste verwachtingen werden gewekt. Door dit na te laten acht de voorzitter de uitingen onvolledig en daardoor onduidelijk.2) Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3) Nu adverteerder de uiting inmiddels heeft verwijderd en voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.