Vanafprijs D-reizen stemt niet overeen met actuele situatie en niet tijdige informatie bagagekosten
RCC 1 februari 2016, RB 2674; Dossiernr. 2015/01208 (D-reizen)
Vanafprijs. Uiting: Het betreft een uiting op de website www.d-reizen.nl voor zover het betreft: Hotel Magic Life Jacaranda Imperial***** in Turkije.
Klacht: Klager heeft de volgende bezwaren tegen de uiting:
A. De in de boekingsmodule getoonde ‘vanafprijs’ van € 751,- in stap 2 van het boekingsprogramma is voorzien van een toelichting. Hierin staat vermeld welke kosten exclusief zijn. Over eventuele additionele kosten met betrekking tot bagage wordt in dit stadium van de boeking niets vermeld. Volgens klager moet adverteerder op grond van artikel III van de Reclame Code Reisaanbiedingen duidelijke prijzen hanteren. Nu pas in stap 3 van het boekingsprogramma wordt vermeld dat de consument mogelijk aanvullende bagagekosten verschuldigd is voldoet adverteerder volgens klager niet aan artikel III van de Reclamecode voor Reisaanbiedingen 2014 (hierna: RR 2014).
B. In de bij stap 2 getoonde tabel worden voor 5 verschillende reisduren en 9 verschillende vertrekdata ‘vanafprijzen’ genoemd. Geen van de door klager geprobeerde ‘vanafprijzen’ blijken bij direct doorklikken nog beschikbaar te zijn. De ‘laagste actuele prijs’ is volgens klager in alle van de door hem geprobeerde gevallen enkele tientallen euro’s per persoon hoger dat de getoonde ‘vanafprijs’, hetgeen in strijd is met artikel V onder 1 en/of onder 2 RR 2014.
C. In de toelichting wordt aangegeven dat ‘eventuele verplichte extra kosten ter plaatse’ niet in het aanbod zijn inbegrepen. Verplichte extra kosten zijn per definitie onvermijdbare kosten; die niet mogen worden uitgezonderd van de geadverteerde prijs. Nu in de uiting niet is gespecificeerd welke verplichte extra kosten voldaan dienen te worden noch de hoogte daarvan wordt vermeld heeft adverteerder hiermee in strijd gehandeld met artikel III lid 1 Code RR. Indien adverteerder hier (mede) doelt op toeristenbelasting, dan worden die kosten geacht te zijn verdisconteerd in de prijs, aldus klager.
D. Adverteerder laat volgens klager in strijd met artikel IV lid 2 RR 2014 na om gelijktijdig met de vermelding van de definitieve prijs van de vlucht, de kostenelementen waaruit deze prijs is opgebouwd, te specificeren.
Commissie:
Ten aanzien van onderdeel ANiet in geschil is dat de bagagekosten niet in de prijs zijn inbegrepen en dat hiervoor afzonderlijk dient te worden betaald. Naar het oordeel van de Commissie stelt adverteerder terecht dat het aan de consument is om te kiezen of hij al dan niet ruimbagage meeneemt, ook bij een 8-daagse pakketreis als in het onderhavige geval. De kosten voor ruimbagage zijn om die reden aan te merken als een vermijdbare kostenpost, die daarom niet in de aanbiedingsprijs opgenomen hoeft te zijn.
Het voorgaande neemt niet weg dat de consument tijdig dient te worden geïnformeerd over het feit dat bagagekosten niet in de prijs zijn inbegrepen en, indien hij ervoor kiest bagage in te checken, welke kosten daaraan verbonden zijn. De informatie over het feit dat aanvullende bagagekosten verschuldigd kunnen zijn en hoe hoog deze zijn, dient te worden verstrekt zodra de consument beschikt over de gegevens die hem in staat stellen een boeking te doen. In die situatie dient voor de consument duidelijk te zijn welke optionele kosten niet in de prijs zijn inbegrepen en waar hij hierover informatie kan vinden. Naar het oordeel van de Commissie had adverteerder om die reden deze informatie reeds in stap 2 van het boekingsproces dienen te verstrekken. Immers, door het achterwege blijven van informatie over het feit dat optionele bagagekosten verschuldigd zijn en over de hoogte daarvan, zou de gemiddelde consument kunnen menen dat deze kosten niet afzonderlijk verschuldigd zijn en inbegrepen zijn in de prijs die wordt getoond op basis van de door hem ingevoerde gegevens. Dat adverteerder pas in stap 3 naar optionele bagagekosten verwijst, dient om die reden onjuist en in strijd met het uitgangspunt van het bepaalde onder IV lid 1 in verbinding met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014 te worden geacht. Dat in stap 3 staat: “Toelichting: (…) Indien er aanvullende bagagekosten van toepassing zijn, neemt uw Reisassistent direct na uw boeking contact met u op”, maakt het oordeel van de Commissie niet anders, nog los van het feit dat de consument – indien hij bijkomende (ruim)bagagekosten verschuldigd is – hiervan pas na het boeken bericht ontvangt en daardoor pas na de boeking weet wat de hoogte van deze kosten is.
Ten aanzien van onderdeel B
Klager maakt bezwaar tegen de uiting voor zover hierin staat: “Kies een vanafprijs voor de beste deal mei 2016 € 751,-”. Klager stelt dat de (pakket)reis naar Turkije niet te boeken is voor de geadverteerde vanafprijs van € 751,- hoewel dit bedrag, evenals de andere genoemde vanafprijzen, nog wel op de website stond en men daarop kon klikken. Adverteerder heeft niet betwist dat op het moment dat klager voor het genoemde bedrag wilde boeken dit niet meer mogelijk bleek. De Commissie begrijpt aldus dat op de website van adverteerder prijzen werden getoond die niet overeenstemden met de actuele situatie.Op grond van artikel V lid 2 RR 2014 dienen reclame-uitingen voor diensten die niet meer beschikbaar zijn, onverwijld te worden gestaakt. Uit het voorgaande volgt dat adverteerder in strijd met deze bepaling een prijs op haar website heeft laten staan die niet meer te boeken was, derhalve die niet meer actueel was. Het is aan adverteerder om prijzen te tonen waarvoor de consument op het moment dat deze op zijn scherm verschijnen nog kan boeken. Nu adverteerder dit heeft nagelaten, heeft zij in strijd gehandeld met artikel V lid 2 RR 2014.
Ten aanzien van C
Klager stelt verder dat adverteerder in de geadverteerde prijs ten onrechte niet de “eventuele verplichte extra kosten ter plaatse” heeft verdisconteerd. Op zichzelf genomen stelt klager terecht dat dergelijke kosten in de prijs inbegrepen dienen te zijn. Nu adverteerder evenwel heeft gesteld dat bij de reis die klager heeft geboekt van de in de uiting genoemde “eventuele verplichte extra kosten ter plaatse” geen sprake is omdat al deze kosten reeds in de prijs zijn inbegrepen, en niet gebleken is dat deze stelling onjuist is, dient dit onderdeel van de klacht te worden afgewezen.
Ten aanzien van onderdeel D
De Commissie zal het onderdeel van de klacht waarin klager klaagt over het feit dat adverteerder in strijd heeft gehandeld met artikel IV lid 2 RR afwijzen. De reclame-uiting betreft een pakketreis. De Commissie acht het niet in strijd met genoemd artikel dat adverteerder bij een dergelijke reis geen afzonderlijke specificatie heeft verstrekt met betrekking tot de afzonderlijke kostenelementen van de vlucht die onderdeel uitmaakt van de pakketreis. Deze verplichting volgt ook niet uit artikel 7:501 lid 1 en 2 BW in verbinding met het Gegevensbesluit georganiseerde reizen.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV lid 1 RR 2014 in verbinding met het bepaalde onder artikel III lid 1 RR 2014, alsmede acht zij de uiting in strijd met artikel V lid 2 RR 2014. Voor het overige wijst zij de klacht af.