RB
Gepubliceerd op donderdag 27 juni 2013
RB 1821
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

'Mooi, hoef ik niet naar de woonboulevard' is humor

Vz RCC 12 juni 2013, dossiernr. 2013/00379 (vanAnaarBeter)
Negatief beeld. Belangen. Humoristisch. Afwijzing. Het betreft een radiospotje waarin onder meer wordt gezegd: “Hallo dit is Kees met de min­der file berichten”. Hierna wordt melding wordt gemaakt van werkzaamheden aan de A27 in de periode van 7 tot 13 mei 2013 en wordt gezegd dat ook rond Hemelvaartsdag aan de weg zou wor­den gewerkt. Hierop roept iemand, kennelijk een wegwerker, “Mooi, hoef ik niet naar de woonboulevard”. Het spotje eindigt met de aansporing om goed voorbereid op weg te gaan en op vananaarbeter.nl te kijken.

De klacht - Klaagster, de brancheorganisatie voor onder meer ondernemers gevestigd aan woon- en meubelboulevards, stelt dat de uiting schade toebrengt aan deze ondernemers. De uiting wekt ten onrechte de indruk dat deze boulevards in de periode dat weg­werk­zaamheden plaatsvinden beter vermeden kunnen worden. De boulevards worden hier­door in een nega­tief daglicht gesteld. Naar woonboulevards gaan is immers volgens de uiting geen pretje. Dit is nodeloos kwetsend voor de leden van klaagster en kan het economisch gedrag van de consument verstoren, juist in een periode waarin de detailhandel enorm onder druk staat. Het past de rijksoverheid niet een oproep te plaatsen om woon- en meubelboulevards te mijden omdat dit kan leiden tot meer druk op de omzet en banenverlies bij de boulevards.

Het oordeel van de voorzitter
Kern van de klacht is dat de onderhavige uiting meubel- en woonboulevards in een negatief daglicht zet. (...) Naar het oordeel van de voorzitter is hier duidelijk sprake van een humoristisch be­doel­de uitspraak die een bepaalde persoon in de mond wordt gelegd.

Gelet op het feit dat de uiting is bedoeld om de aandacht op weg­werk­zaamheden te vestigen en in dat ver­band slechts ondergeschikte betekenis toekomt aan de als per­soonlijke mening van de wegwerker gepresenteerde reactie op het moeten doorwerken rond Hemelvaart, is de voor­zitter van oordeel dat niet te verwachten valt dat het spotje daadwerkelijk zorgt voor of bij­draagt aan een negatief beeld omtrent het bezoeken van meubel- en woon­boulevards om­trent Hemel­vaarts­dag. Ook overigens kan niet worden geoordeeld dat de uiting ondernemers die zijn ge­vestigd aan woonboulevards op ontoelaatbare wijze in hun belangen raakt.

Het voorgaande neemt overigens niet weg dat de voorzitter begrip heeft voor het standpunt van klaagster dat het de rijksover­heid niet past in een uiting waarin de aandacht op weg­werk­zaamheden wordt gevestigd, op een wijze als de onderhavige naar woonboulevards te verwijzen teneinde de uiting van een humoristische toon te voorzien. Dit is evenwel nog onvoldoende om de onderhavige uiting nodeloos kwetsend, misleidend of anderszins in strijd met de Nederlandse Reclame Code te achten. De klacht kan derhalve niet slagen.

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.