Aanbieden alternatieve fietsdrager is misleidend
Vz RCC 17 juni 2013, dossiernr. 2013/00351 (Spinder fietsdrager)
Beschikbaarheid. Voornaamste kenmerken product. Zwarte lijst. Aanbeveling. Het betreft een reclamefolder waarin onder meer een ‘Spinder fietsdrager’ wordt aangeboden met de tekst: “Spinder fietsdrager, Ruim kantelbare fietsdrager voor 2 (elektrische) fietsen, Gebruiksvriendelijke fietsklemmen, Geschikt voor elke fiets en trekhaak” en een prijsvermelding van € 239 voor € 99. Het product zoals dat in de folder is afgebeeld heeft op diverse plaatsen een logo en de merknaam “Spinder”.
De klacht - Klager stelt dat in de winkel bleek dat het bij deze aanbieding niet om een originele “Spinder” gaat, maar om een replica zonder de echte merklogo’s.
Het oordeel van de voorzitter
De reclame-uiting vermeldt dat het om een fietsendrager van het merk “Spinder” gaat. Anders dan adverteerder stelt, heeft klager niet gekozen voor een alternatieve fietsendrager wegens het niet voorradig zijn van deze “Spinder”. De voorzitter begrijpt de klacht aldus, dat in de winkel uitsluitend een alternatieve fietsendrager wordt aangeboden die weliswaar exact dezelfde kenmerken en eigenschappen als de “Spinder” uit de folder lijkt te hebben en wordt aangeboden voor dezelfde prijs, maar die niet door Spinder is geproduceerd. Wat hiervan verder ook zij, niet gebleken is dat adverteerder een voldoende voorraad actieproducten had. Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat adverteerder een Spinder fietsdrager te koop aanbiedt zonder daarbij te vermelden dat er een gegrond vermoeden bestaat dat hij dit product niet kan leveren in een hoeveelheid die, rekening houdend met het product, de omvang van de gevoerde reclame en de aangeboden prijs redelijk is. Aldus is sprake van een lokkertje en een misleidende wijze van reclame maken als bedoeld in artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code in combinatie met punt 5 van Bijlage 1 bij dat artikel. Dergelijk handelen is onder alle omstandigheden misleidend.De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.