Actieaanbod Airfryer geldt niet voor alle Mora en Aviko producten
RCC 4 augustus 2015, RB 2489; dossiernr. 2015/00757 (Actieaanbod Airfyer geldt niet voor alle Mora en Aviko producten)
Aanbeveling. Misleidende ontbrekende informatie. Huishouden en inrichting. De uiting: een uiting op de website van Philips (https://www.philips.nl/c-m-ho/koken/airfryer-topic.html), waarin een Philips Airfryer is afgebeeld met daarbij een actiebutton met de mededeling: “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-”, gevolgd door de logo’s van Mora en Aviko. Onder de kop “Gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20)” staat: “Hoe ontvangt u gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20)? Wilt u deelnemen aan deze actie? Het enige wat u dan hoeft te doen is het volgen van de onderstaande stappen. Koop uw Airfryer en schrijf u in voor de actie* (…) Koop uw Mora of Aviko producten bij de supermarkt. Bewaar de volledige (originele!) streepjescodes van de Mora en Aviko verpakkingen, en upload deze via uw persoonlijke link (…) *(…) Lees de complete actievoorwaarden.” een kaartje op het schap in de winkel met (overeenkomstig de onder A beschreven uiting) de afbeelding van een Philips Airfryer met daarbij een ‘sticker’ met de mededeling: “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-”, gevolgd door de logo’s van Mora en Aviko. De klacht: In de uitingen staat niet dat de actie slechts voor bepaalde producten van Mora en Aviko geldt. Klager heeft direct na aanschaf van de Airfryer producten van Aviko en Mora gekocht. Pas na registratie op de website van Philips blijkt welke producten voor de actie in aanmerking komen. Klager acht de uitingen misleidend.
Het oordeel van de Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat de onderhavige beslissing betrekking heeft op de door klager in zijn klacht genoemde en hiervoor als ‘uiting A’ en ‘uiting B’ beschreven reclame-uitingen. Dit betekent dat de Commissie niet oordeelt over de door Philips genoemde en als bijlagen bij het verweer gevoegde ‘wobbler’ en leaflet. 2. Niet is in geschil dat in elk geval Philips verantwoordelijk moet worden geacht voor de bestreden uitingen A en B. Nu de namen en logo’s van Mora en Aviko uitdrukkelijk deel uitmaken van deze uitingen, moeten naar het oordeel van de Commissie verweerders sub 2 en 3 mede verantwoordelijk gehouden worden voor de reclame-uitingen. Mora en Aviko hebben meegedeeld zich voor wat hun inhoudelijke verweer op de klacht aan te sluiten bij het verweer van Philips. 3. Vast is komen te staan dat de actie van gratis Mora en Aviko producten ter waarde van € 20,- bij de aanschaf van een Philips Airfryer slechts geldt voor bepaalde producten van Mora en Aviko. Deze beperking blijkt niet uit de bestreden uitingen A en B. In beide uitingen ontbreekt op de actiebutton/sticker die bij de Airfryer is geplaatst een verwijzing naar de actiepagina op de website voor de “deelnemende producten” en de actievoorwaarden. Bovendien wordt op de website in het stappenplan om de gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20) te ontvangen slechts meegedeeld “Koop uw Mora of Aviko producten bij de supermarkt”, zonder dat de consument gewezen wordt op het feit dat niet alle producten aan de actie meedoen. Gelet op het voorgaande kunnen de uitingen naar het oordeel van de Commissie bij de gemiddelde consument gemakkelijk de indruk wekken dat de absoluut gestelde aanbieding “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-” voor alle producten van deze merken (tot een maximum van € 20,-) geldt. 4. Dat het actieaanbod van gratis Mora en Aviko producten bij aanschaf van een Airfryer niet voor alle producten geldt, is geen beperking waarop de gemiddelde consument bedacht hoeft te zijn. Dit betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het deelnemen aan de actie, welke informatie daarom tijdig en op duidelijke wijze moet worden verstrekt. Nu dat in de onderhavige uitingen A en B niet wordt gedaan, en de gemiddelde consument daardoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Onder verwijzing naar hetgeen onder 2 is overwogen, houdt de Commissie naast verweerder sub 1 verweerders sub 2 en 3 medeverantwoordelijk voor deze overtreding van de NRC. 5. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.