RB
Gepubliceerd op woensdag 26 augustus 2015
RB 2508
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Betekenis van het woord treinkaartje: betalingsbewijs én vervoersbewijs

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2508, dossiernr. 2015/00792 (Betekenis woord treinkaartje)
Voorzitterstoewijzing. Misleiding treinkaartjes. De uiting: Het betreft een in een envelop verspreide reclame-uiting met de tekst “Alstublieft Drie gratis treinkaartjes” Daarbij zitten twee “Overgang 2-1 dagkaart”-en en één “Meereiskaart voor 2 dagen”. De klacht: In eerste instantie denk je dat je drie gratis treinkaartjes hebt gekregen, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Je moet over een geldig 2e klas vervoersbewijs beschikken om de kaartjes te kunnen gebruiken.

De beslissing van de voorzitter:
De klacht betreft de vraag wat de gemiddelde consument pleegt te verstaan onder het woord “treinkaartje”. Naar het oordeel van de voorzitter zal deze consument bij het lezen van de tekst “Alstublieft. Drie gratis treinkaartjes” in de veronderstelling verkeren dat hij drie kaartjes krijgt, die kunnen gelden als betalingsbewijs dan wel vervoersbewijs voor een reis per trein. De voorzitter weet zich daarin gesteund door de betekenis die het woord “treinkaartje’’ onder meer volgens Van Dale’s woordenboek der Nederlandse Taal en Wikipedia heeft. Nu de kaartjes alleen zijn te gebruiken in combinatie met een geldig vervoersbewijs acht de voorzitter de gewraakte mededeling misleidend. Dat elders op en in de uiting verwezen wordt naar van toepassing zijnde beperkende voorwaarden, leidt niet tot een ander oordeel. Blijkens het voorgaande is in de uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter:
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.