RB
Gepubliceerd op dinsdag 3 juli 2012
RB 1438
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen sprake van bangmakerij

RCC 11 juni 2012, dossiernr. 2012/00380 (California Primavera Lelli Kelly)

Subjectieve vormen. Bangmakerij. Kinderen.

In Happinez staat een advertentie: “KINDEREN: hier zijn de schoenen die je leren veters strikken”. “In de internationale pers is een onderzoek verschenen, uitgevoerd door AGI/AVG, gespecialiseerd in onderzoeken via internet, waaruit blijkt dat kinderen van vandaag vóór een bepaalde leeftijd niet in staat zijn om een eenvoudige handeling zoals het strikken van hun schoenveters uit te voeren. Dat is niet onbelangrijk: het leren strikken van schoenveters binnen de juiste leeftijdsgrenzen (volgens de experts is dit 4 of 5 jaar), maakt deel uit van de correcte psychomotorische ontwikkeling” en “In tegenstelling tot wat het geval zou moeten zijn, kan slechts 11% zijn schoenveters strikken vóór de leeftijd van 11 jaar” en “Het kan gebeuren dat schoenveters niet kunnen worden gestrikt vanwege dyspraxie, een aandoening die vaak wordt verward met onhandigheid, maar die echter een tijdige diagnose vereist” en “Als u merkt dat uw kind echt grote moeilijkheden heeft om zijn schoenveters te strikken, doet u er goed aan een arts te raadplegen om na te gaan of er geen complexere problemen aan de basis liggen”.

Volgens klager is er sprake van bangmakerij en leidt de uiting bij mensen die daar gevoelig voor zijn tot extra kosten in de zorg.

Volgens de Commissie is er geen sprake van een advertentie die appelleert aan gevoelens van angst. Het feit dat adverteerder naar dyspraxie verwijst en het advies geeft om eventueel een arts te raadplegen noch de wijze waarop dit gebeurt leidt tot een ander oordeel. Dat de advertentie tot 'extra kosten in de zorg' zou leiden betekent niet dat de uiting in strijd is met de NRC.

De Commissie wijst de klacht af.

De Commissie vat de klacht in de eerste plaats op in die zin dat door de uiting zonder te rechtvaardigen redenen wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

In de bestreden uiting vestigt adverteerder de aandacht op veterschoenen en op het belang voor kinderen om in het kader van hun psychomotorische ontwikkeling te leren om schoenveters te strikken. In dit verband wordt een onderzoek over “kinderen van vandaag” en het op een bepaalde leeftijd (nog niet) kunnen strikken van veters aangehaald en wordt gesteld dat het (gemakkelijke en praktische) gebruik van schoenen met klittenband het aanleren van het strikken van schoenveters vertraagt. Aan het slot van de advertentie wordt de lezer aangemoedigd kinderen te leren schoenveters te strikken, onder verwijzing naar methodes van vroeger en wordt gesteld: “Oefenen is belangrijk –zegt Mariella Attilieni, Vice-presidente van Lelli Kelly– en dit kan alleen door schoenen met veters te dragen in plaats van met klittenband”.

In de uiting wordt ook ingegaan op een mogelijke andere oorzaak van het niet kunnen strikken van schoenveters, te weten de aandoening dyspraxie. Noch het feit dat adverteerder naar deze aandoening verwijst en het advies geeft om eventueel een arts te raadplegen noch de wijze waarop dat gebeurt, leidt tot het oordeel dat in de bestreden advertentie, die in haar geheel moet worden beoordeeld, wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.