Het aanbod van vluchten is onrealistisch
RCC 8 oktober 2013, dossiernr. 2013/00628 (travelgenio)
Aanbeveling. Bijzondere reclamecode. Het betreft het aanbod van vluchten op de website www.travelgenio.nl.
Klager heeft de volgende bezwaren.
1. Het aanbod is onrealistisch.*
2. Een verzekering wordt vooraf aangevinkt. Dit is in strijd met artikel 23 lid 1 van de EU-verordening 1008-2008
3. Tijdens het boekingsproces worden extra kosten, namelijk servicekosten opgevoerd, welke kosten eerder in het boekingsproces hadden kunnen worden opgenomen en die (indien niet onvermijdelijke en onvoorzienbaar) aan de klant hadden moeten worden meegedeeld. Dit is in strijd met artikel III lid 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR).
Klager vraagt de Commissie adverteerder te verzoeken haar website aan te passen. Voorts vraagt klager de Commissie om zowel andere adverteerders als vergelijkingssites aan te bevelen geen advertentie van adverteerder (Travelgenio SL) op te nemen zolang adverteerder vluchtprijzen op de
*1. Het aanbod is onrealistisch. Klager wijst op de volgende voorbeelden.
a. Anders dan adverteerder het in de uiting doet voorkomen, worden in werkelijkheid geen vluchten aangeboden van Amsterdam naar Maastricht, ook niet via een tussenstop.
b. Geadverteerd wordt met een tarief “vanaf 7 €” voor een vlucht “Balearen”. Op de advertentie kan niet worden doorgeklikt naar dat tarief. Ook is onduidelijk om welke luchthaven het gaat.
c. Geadverteerd wordt met een vlucht Amsterdam-Barcelona voor € 44,50. Niet is echter vermeld wanneer en voor welke maatschappij deze prijs geldt. Klager heeft meer dan 20 data geprobeerd tot ver in december. De laagste verkoopprijs voor een enkele reis bleek 2x boven het geadverteerde tarief te liggen.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.
Ad 1 a. Adverteerder heeft niet weersproken dat hij in werkelijkheid geen vluchten aanbiedt van Amsterdam naar Maastricht. In zoverre gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad 1 b. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestelde tarief “vanaf 7 €” voor een vlucht naar de Balearen juist is. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”. Voorts heeft adverteerder niet weersproken dat uit de uiting niet valt op te maken naar welke luchthaven wordt gevlogen, in het geval van de vlucht “Balearen”. In zoverre is de reclame voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de uitvoering als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad 1 c. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestelde tarief van € 44,50 voor een vlucht Amsterdam-Barcelona juist is. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.
Ad 2. In de uiting is een verzekeringsoptie, namelijk de Annulatieverzekering PLUS ad € 35,- per passagier, reeds aangevinkt. Dit is in strijd met artikel IV onder 2 RR, met welke bepaling, blijkens de Toelichting daarbij, invulling wordt gegeven aan (het door klager genoemde) artikel 23 lid 1 van de EU-verordening 1008-2008. In artikel IV onder 2 RR staat onder meer: “Facultatieve prijstoeslagen worden op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces medegedeeld en moeten door de passagier op een “opt-in”-basis worden aanvaard”.
Ad 3. Adverteerder heeft niet weersproken dat tijdens het boekingsproces extra kosten, namelijk servicekosten worden opgevoerd, welke kosten eerder in het boekingsproces hadden kunnen worden opgenomen. In zoverre is de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat:
“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen. Zij publiceren hun prijzen, (..) inclusief de hen op het moment van publicatie bekende onvermijdbare (…) kosten die voor de aangeboden diensten aan de aanbieder moeten worden betaald”.
Naar aanleiding van klagers verzoek met betrekking tot “adverteerders” en “vergelijkingssites” overweegt de Commissie dat zij niet bevoegd is om in het kader van de onderhavige procedure, waarin alleen klager en adverteerder partij zijn, een aanbeveling te doen aan “andere adverteerders” en “vergelijkingssites”, zoals in de klacht bedoeld. In hetgeen adverteerder bij verweer heeft aangevoerd, ziet de Commissie aanleiding een aanbeveling “voor zover nodig” te doen.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en de artikelen III onder 1 en IV onder 2 RR. Zij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Het meer of anders gevraagde wijst de Commissie af.
Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder a.
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.
RRA III. sub 1.
RRA IV. sub 2.