Imperial Tobacco Blauw
Met samenvatting van Carja Mastenbroek, DLA Piper.
Aanbeveling bevestigd met wijziging van gronden.
De bestreden reclame-uiting betreft de verpakking van Drum Blauw waarop de tekst voorkomt: "Je hebt nu originele Drum in handen. Puur en vers! Je ruikt 't al bij het openmaken, voelt 't bij het rollen en proeft 't bij het opsteken. Geef je eigen draai aan de excellente blende van goudgele Virginia-, diepbruine Kentucky-, en kruidige Orient tabak. Geniet van het enige echte origineel."
Volgens klaagster is reclame voor tabak verboden, en wordt de verplichte gezondheidswaarschuwing op de verpakking ondermijnd door deze aanprijzende tekst. Imperial stelt dat het reclameverbod uit artikel 5 Tabakswet niet geldt voor de verpakking van het product, en dat de tekst pas zichtbaar is nadat een consument het pakje heeft aangeschaft en geopend. Voorts zou de tekst betrekking hebben op (de kwaliteit van) het product Drum zelf, en wordt niet gesuggereerd dat Imperial roken aanmoedigt.
De Commissie begrijpt uit de Nota van wijziging bij de Tabakswet is bedoeld om verpakkingen van tabaksproducten uitgezonderd is van het verbod om reclame te maken, en dat dit betekent dat verpakkingen (die op zichzelf voldoen aan de ruime definitie van reclame in de Tabakswet) niet geheel verboden konden worden, en niet dat het toegelaten zou zijn om de pas na opening van het pakje zichtbare achterzijde van de verpakking te gebruiken als zelfstandige drager van een reclame-uiting als de onderhavige.
Voor zover de reclame toch toegelaten zou zijn, overweegt de Commissie nog (ten overvloede) dat artikel 5.1 van de in dat geval van toepassing zijnde Reclamecode voor Tabaksproducten ("RvT") bepaalt dat reclame het gebruik van tabaksproducten of het beginnen met dit gebruik niet mag stimuleren, noch het matig gebruik ervan tot voorbeeld stellen of bagatelliseren. Volgens de Commissie houdt de bestreden uiting een zodanige aanprijzing van het product in, dat deze het gebruik van dit product of het beginnen met dit product stimuleert. Indien de CvT van toepassing was, dan zou de reclame daarmee in strijd zijn.
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC (jo artikel 5 Tabakswet). Aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Imperial meent dat de Commissie niet tot dit oordeel had kunnen komen. De bestreden uiting gaat het kader, om rokers in staat te stellen onderscheid te maken tussen de verschillende tabaksproducten, niet te buiten. De uiting is niet bedoeld om niet-rokers over te halen om te gaan roken, maar om de merkwaarden te communiceren naar klanten. Andere fabrikanten gebruiken vergelijkbare teksten. Uitingen op de verpakkingen zijn op grond van artikel 5 Tabakswet vrijgesteld; het maakt daarom ook niet uit waar de tekst staat. Juist het feit dat de tekst pas zichtbaar is na het kopen, stimuleert de tekst niet-rokers niet om te gaan roken, en bovendien is de tekst zo opgesteld dat een roker hooguit blijft kiezen voor Drum Blauw in plaats van een concurrerend product. De uiting is dus ook niet in strijd met 5.1 RvT.
Volgens het College is elke presentatie die verder gaat dan de reguliere presentatie van een tabaksproduct verboden. Dit betreft echter wel gesloten verpakkingen. De verpakking van Drum Blauw valt niet onder het verbod uit de Tabakswet, omdat de tekst pas leesbaar is na kopen van het product, en na opening van de sluiting (dit besluit zij na lezing van het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2011, LJN BS8874, "Agio vs. de Staat").
Echter, op grond van artikel 5.1 RvT mag reclame gebruik of het beginnen met gebruik van tabaksproducten niet stimuleren. De tekst zelf is volgens het College echter wel stimulerend, en verdergaand dan het onderscheiden van het product Drum Blauw van andere producten. Gezien de ruime definitie van reclame, vallen ook mededelingen op een dergelijke plek onder deze definitie. De roker ziet de tekst elke keer dat hij de verpakking opent, en niet-rokers kunnen er ook kennis van nemen.
Daarom luidt de conclusie dat de beslissing van de Commissie wordt bekrachtigd, voor zover zij de uiting in strijd met artikel 5.1 RvT heeft geoordeeld. Zij beveelt Imperial alsnog aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Het College komt dus tot hetzelfde oordeel als de Commissie, maar dan op andere gronden. Hoewel de uitkomst acceptabel is, is het de vraag of uit het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2011 volgt dat het verbod om verder te gaan dan de reguliere presentatie, de binnenkant van de verpakking niet raakt.