Gepubliceerd op donderdag 21 mei 2015
Meer leden heeft niet met zekerheid invloed op besluit staatssecretaris
RCC 15 april 2015, RB 2391, dossiernr. 2015/00218 (Omroep MAX ledenwerving)
Misleidend. Aanbeveling. De uiting: Het betreft (twee versies van) een televisiespot van Omroep MAX waarin door Jan Slagter, directeur van Omroep MAX, wordt gezegd – voor zover hier van belang –: “U keek met miljoenen naar ons succesvolle programma ‘Heel Holland Bakt’. Staatssecretaris Sander Dekker vindt dat dit programma en vele andere succesvolle programma’s bij de publieke omroep moeten verdwijnen. Maar daar gaat hij niet over. (De publieke omroep is van en voor iedereen en mag geen omroep voor alleen de elite worden.) Steun ons en word (nu) lid van MAX voor slechts 7,50 per jaar.(…) Bel nu 0900-5555000 of ga naar ikwordlidvanmax.nl.”
De klacht:
In de ledenwerfactie voor Omroep Max luidt de slogan: word lid en voorkom dat de staatssecretaris het programma ‘Heel Holland Bakt’ van de buis haalt. Dit is misleidende reclame. Meer leden betekent weliswaar meer zendtijd, maar heeft niets met het besluit van de staatssecretaris te maken. De mogelijkheid dat amusement van de NPO-zenders gehaald wordt kan, ondanks meer leden, bewaarheid worden.
Het oordeel:
De Commissie stelt voorop dat de bestreden spot niet de letterlijke tekst “Word lid en voorkom dat de staatssecretaris het programma ‘Heel Holland Bakt’ van de buis haalt” bevat die klager stelt. De tekst van de spot luidt: “Staatssecretaris Sander Dekker vindt dat dit programma en vele andere succesvolle programma’s bij de publieke omroep moeten verdwijnen. Maar daar gaat hij niet over. (…) Steun ons en word (nu) lid van MAX”. Met deze tekst wordt naar het oordeel van de Commissie de stellige indruk gewekt dat men door lid te worden van Omroep MAX de plannen van de staatssecretaris betreffende de programmering van de publieke omroep kan tegenhouden. Als erkend is echter komen vast te staan dat een groter aantal leden van Omroep MAX wellicht helpt om door de staatssecretaris ‘gehoord te worden’, maar geen zekerheid biedt dat ‘succesprogramma’s’ voor de publieke omroep behouden blijven. Deze beperking blijkt naar het oordeel van de Commissie onvoldoende uit de spot.
Gelet op het voorgaande wordt in de bestreden spot onduidelijke informatie verstrekt over de van het lidmaatschap van Omroep MAX te verwachten resultaten als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie – het lid worden van Omroep MAX – te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.