RB
Gepubliceerd op woensdag 5 oktober 2011
RB 1141
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nog meer orka's

CVB 27 september 2011, Dossiernr. 2011/00371-I (Nog meer orka's).

Reclamerecht. Misleiding. Advertentie van Dolfinarium op website van T-mobile met de tekst: "om samen met familie of vrienden de dolfijnen, zeeleeuwen, orka's (...) te bewonderen." Klager stelt dat er geen orka's in het Dolfinarium zijn. Er is slechts één Orka, Morgan. Onjuiste informatie, misleidend en daardoor oneerlijk, CvB bevestigt dit; bijzonder want eerder is RCC vernietigd inzake soortgelijke publicatie: RB 1142.

 Commissie: (...) De mededeling dat in het Dolfinarium onder meer ‘orka’s ‘van dichtbij te bewonderen’ zijn acht de Commissie dermate absoluut dat T-Mobile deze, nu klaagster de inhoud hiervan betwist, aannemelijk dient te maken.
Ter onderbouwing van de gewraakte mededeling stelt adverteerder dat de orka Morgan - die, naar door klaagster onweersproken is gesteld, slechts in tijdelijke opvang in het Dolfinarium is - wel degelijk voor het publiek te zien was.
Deze onderbouwing rechtvaardigt naar het oordeel van de Commissie niet de mededeling dat in het Dolfinarium orka’s te bewonderen zijn, waarmee naar haar oordeel wordt gesuggereerd dat deze dieren standaard in het park aanwezig en te bezichtigen zijn.
De Commissie is van oordeel dat aldus onjuiste informatie is verstrekt over één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). (...) Gelet op het voorgaande is de reclame misleidend en daar¬door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Grieven: Volgens T-mobile is het Dolfinarium wel betrokken bij de uiting, omdat zij akkoord is gegaan met de publicatie.

CVB:

3. Het Dolfinarium betwist gemotiveerd dat zij goedkeuring aan de onderhavige uiting heeft ge-geven en beroept zich daarvoor op hetgeen namens het bedrijf “Doornvogel” bij e-mail van 14 juli 2011 aan het Dolfinarium is verklaard. Naar het Dolfinarium onweer¬sproken heeft ge¬steld, is Doornvogel door T-Mobile ingescha¬keld voor de e-shop van T-Mobile. Het College begrijpt dat Doornvogel in verband daarmee ook de gewraakte recla¬me-uiting voor T-Mobile heeft verzorgd. Doorn¬vogel heeft onder meer ver¬klaard: “Betreffende de T-Mobile e-shop kortingsactie, looptijd 22 maart tot 30 juni, bevestigen we bij deze dat er voor live-gang van de actie geen afstemming is geweest tussen doornvogel en dolfinarium. (...)
 
4. Blijkens de verklaring van Doornvogel, is T-Mobile ten onrechte ervan uitge¬gaan  dat Doornvogel de uiting voorafgaand aan de publicatie heeft afgestemd met het Dolfinarium, en heeft deze af¬stem¬ming niet plaatsgevonden. Nu Doornvogel de gewraakte reclame-uiting heeft verzorgd en derhalve uit eigen wetenschap kan verklaren dat geen voorafgaande afstemming met het Dolfinarium heeft plaatsge¬vonden, is het College van oordeel dat de onder 5.2 bedoelde e-mail van T-Mobile blijkbaar op een misverstand berust. Uitgaande hier¬van is het Dolfinarium niet in staat geweest feitelijke invloed uit te oefenen op de reclame-uiting voordat deze werd gepubliceerd. Evenmin kan het Dolfinarium in de gegeven omstandigheden geacht worden daarmee akkoord te zijn gegaan. Dat het Dolfinarium blijkbaar wel direct betrokken is geweest bij een nieuwe, gerectificeerde versie van de uiting, doet daaraan niet af. Dit enkele feit impliceert immers nog niet dat het Dolfinarium ten aanzien van de oorspronkelijke uiting, zoals deze aanvankelijk werd gepubli¬ceerd, als mede-verantwoor¬de¬lijke adverteerder moet worden beschouwd. Overi¬gens gaat het College ervan uit dat de klacht uitsluitend tegen de oorspronkelijke uiting is gericht, nu blijkens de stukken in eerste aanleg de Legal Counsel van het Dol¬finarium bij e-mail van 22 april 2011 aan appellante heeft meegedeeld dat naar aanleiding van de klacht de gewraakte website is aangepast.
 
5. Nu op grond van het voorgaande niet kan worden gezegd dat het Dolfinarium direct of indirect toestemming heeft gegeven voor de gewraakte reclame-uiting, en even¬min sprake is van andere feiten of omstandigheden op grond waarvan het Dolfina¬rium mede-verantwoordelijk voor die uiting moet worden gehouden, wordt beslist als volgt.
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.