Ook Sapph Let's kick some ass toegestaan
CVB RCC 20 april 2011, dossiernr. 2010.00971 (Sapph Let's kick some ass)
Het betreft reclame waarbij donkere man een trappende beweging maakt naar een vrouw (zie inzet).
De uiting is agressief, doet oproep aan mannen vrouwen een trap in hun rug te geven, toelaatbare wordt overschreden, bedreiging volksgezondheid en strijdig met algemeen belang. Beledigend voor donkere mannen, nodeloos kwetsend voor bevolkingsgroep. Hoewel niet gericht op kinderen, kunnen deze negatief beïnvloed worden. Strijd met art. 1, 2, 3, 4 en 13.1 NRC. Het mannelijke model is K-1-kickboxer, dit is met een knipoog bedoelt.
Commissie stelt vast dat er sprake is van reclame, en stelt zich terughoudend op gelet het subjectieve karakter van goede smaak, strijd met fatsoen/goede zeden en nodeloos kwetsend. "Let's kick some ass" is een woordspeling met beeldend element. Schaars gekleed is, in de context van ondergoed aanprijzing, niet ontoelaatbaar. Voor de kickboxer is gekozen vanwege bekendheid, niet als vertegenwoordiger van donkere mannen. Wijst de klacht af...
Bij het College zijn 5 grieven neergelegd de eerste twee, over het betrekken van persbericht in de procedure en de suggestie dat adverteerder op vriendschappelijke voet met de Commissie staat vanwege ondertekening met naam "Rob" treffen geen doel. Voor het overige wijst ook het college de grieven af en bevestigd oordeel van de Commissie:
3. Ten aanzien van hetgeen appellante aanvoert over de wijze van toetsing door de Commissie aan de artikelen 2, 3 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) oordeelt het College als volgt. Bij toetsing aan artikelen in de Nederlandse Reclame Code die subjectieve normen bevatten, dient de Commissie, respectievelijk het College zich terughoudend op te stellen wegens het subjectieve karakter van die normen. Er is immers sprake van een criterium waarbij de invulling afhankelijk is van de persoonlijke waardering en opvattingen van degene die met de uiting wordt geconfronteerd. In een dergelijk geval dient te worden volstaan met te beoordelen of naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Anders dan appellante stelt, brengt dit niet mee dat de bedoelde bepalingen als onbruikbaar terzijde worden gesteld of anderszins niet aan die bepalingen zou kunnen worden getoetst. Grief 3 treft derhalve geen doel.
4. Toegepast op de onderhavige zaak brengt het voorgaande mee dat de Commissie terecht de uiting niet in strijd met de genoemde artikelen heeft geacht. Weliswaar is sprake van een uiting met enige seksuele lading, nu de afgebeelde personen schaars en uitdagend gekleed zijn, maar het College acht de uiting niet in strijd met hetgeen naar de hedendaagse opvattingen toelaatbaar dient te worden geacht. Dit geldt ook voor de trappende beweging die de man maakt. In dat kader is van belang dat de afbeelding in haar geheel beschouwd niet onmiskenbaar de indruk wekt dat daadwerkelijk aan de vrouw een trap wordt uitgedeeld. Uit de gestileerde pose van de vrouw blijkt immers duidelijk dat sprake is van enscenering en niet van een realistische situatie. Het College wijst in dit verband met name op de wijze waarop de vrouw haar volledig gestrekte handen half gedraaid omhoog houdt. Deze enscenering is dusdanig opvallend, dat zij ook automobilisten die het billboard met de ter plaatse geldende snelheid passeren niet zal ontgaan.
5. De passant zal op grond van het voorgaande de tekst “Lets kick some ass” en de bijhorende afbeelding niet opvatten als een serieuze oproep om vrouwen (tegen het achterwerk) te trappen. Naar het oordeel van het College zal de passant in plaats daarvan uit het feit dat personen in lingerie zijn afgebeeld in combinatie met de gestileerde poses van de afgebeelde vrouw en de duidelijke verwijzing naar de merknaam “Sapph”, begrijpen dat sprake is van een reclame-uiting voor lingerie van het merk Sapph, waarbij de uitdrukking “Lets kick some ass” in combinatie met de afgebeelde trappende man, niet letterlijk is bedoeld, maar blijkbaar de strekking heeft om de onderhavige uiting een niet-serieus karakter te geven. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de uiting dusdanig vrouwonvriendelijk is, dat deze de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Grief 4 treft derhalve evenmin doel.
Lees de uitspraak hier (link en pdf)
Deze uitspraak doet sterk denken aan de uitspraak Suit Supply RB 558 (toegestaan) en Autokruispunt.be RB 741 (denigrerend over de vrouw, niet toegestaan)