RB
Gepubliceerd op donderdag 11 februari 2016
RB 2658
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Reclame overname Mazda-dealerschap onvoldoende duidelijk

RCC 26 januari 2016, RB 2658; Dossiernr. 2015/01194 (Mulder-Mazda-’t Groene Hart)
Uiting: Het betreft een reclame-uiting in ‘Krant van Gouda’. In de uiting zijn twee handen te zien. De ene hand draagt een Mazda speelgoedauto  over aan de andere hand. Boven de afbeelding staat de tekst: “Wij nemen het stokje over van Van Vegten Autobedrijf”. Onder de afbeelding staat de tekst: “Mulder-Mazda-’t Groene Hart De Mazda dealer voor Gouda e.o.”

Klacht: In de uiting wordt ten onrechte de indruk gewekt dat adverteerder het Mazda-dealerschap van Autobedrijf Van Vegten in Gouda (hierna: Van Vegten) gaat overnemen. In november hebben Mazda Nederland en adverteerder een brief gestuurd met een soortgelijke strekking aan alle Mazdabezitters in Gouda en omgeving, die voor een groot deel klant zijn bij Van Vegten. Klager vindt dat hij misleid is door adverteerder en verzoekt de Commissie om de handelwijze van adverteerder te veroordelen en adverteerder te verplichten tot een rectificatie in alle media van deze misleidende reclame.

Commissie: Niet in geschil is dat adverteerder per 1 november 2015 het Mazda-dealerschap in Gouda e.o. van Van Vegten heeft overgenomen en dat Van Vegten – zij het zonder het Mazda-dealerschap – blijft voortbestaan. Bij de beoordeling of een uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC) let de Commissie op de gehele uiting. De Commissie is van oordeel dat uit de bestreden uiting onvoldoende duidelijk blijkt dat de overname slechts ziet op het Mazda-dealerschap. De gemiddelde consument zal na het lezen van de advertentietekst: “Wij nemen het stokje over van Van Vegten Autobedrijf” gemakkelijk ten onrechte kunnen denken dat Van Vegten ophoudt te bestaan. Dat onderin de advertentie staat: “Mulder-Mazda-’t Groene Hart De Mazda dealer voor Gouda e.o.” maakt het oordeel van de Commissie niet anders. Hieruit blijkt niet, althans onvoldoende duidelijk dat de overname slechts ziet op het Mazda-dealerschap.

Gelet op het voorgaande is in de uiting onduidelijke informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de NRC. Omdat de uiting de gemiddelde consument bovendien ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Klager heeft verzocht adverteerder te veroordelen tot het plaatsen van een rectificatie. De Commissie is daartoe echter niet bevoegd.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.