Gepubliceerd op maandag 10 augustus 2015
Slogan op website Rabobank te absoluut
RCC 22 juli 2015, RB 2474; dossiernr. 2015/00668 (Website Rabobank)
Aanbeveling. Digitale marketing communicatie. Misleiding. 'Morgen' in werkdagen gerekend. De uiting: Het betreft de mededeling “Vandaag bellen, morgen op hypotheekgesprek” op adverteerders webpagina www.rabobank.nl/particulieren/hypotheek/. De klacht: Naar aanleiding van de slogan “Vandaag bellen, morgen op hypotheekgesprek” heeft klaagster de Rabobank gebeld. Toen bleek dat zij de volgende dag niet op gesprek kon komen en dat zij ook niet de volgende dag teruggebeld kon worden. Klaagster acht de uiting daarom misleidend.
Het oordeel van de Commissie:
1) De bestreden uiting op adverteerders website belooft “Vandaag bellen, morgen op hypotheekgesprek”. Als erkend is komen vast te staan dat het waarmaken van deze - absoluut gestelde - belofte niet in alle gevallen gegarandeerd kan worden, en in het geval van klaagster daadwerkelijk niet is nagekomen. Klaagster acht de uiting om die reden misleidend. Adverteerder meent niettemin de slogan te mogen gebruiken, zo begrijpt de Commissie, gelet op de door haar getroffen maatregelen ter nakoming van de belofte, de verwachtingen van de gemiddelde consument en de in reclame niet ongebruikelijke overdrijving.
2) Niet is gesteld of gebleken dat op de webpagina waarop de bestreden slogan “Vandaag bellen, morgen op hypotheekgesprek” staat, een uitleg is opgenomen over de invulling die adverteerder aan de slogan geeft (‘eerstvolgende werkdag’) en de beperkingen die aan het nakomen van de belofte kunnen kleven. Nu de website een medium is dat voldoende ruimte biedt voor het verstrekken van deze informatie, zal de gemiddelde consument uit het ontbreken van deze informatie gemakkelijk de conclusie kunnen trekken dat nakoming van de belofte in de praktijk is gegarandeerd. Deze consument zal in de absoluut gestelde belofte, gelet op het gebruikte medium, geen overdrijving zien die in reclame (in enige mate) gebruikelijk is.
3) Gelet op het voorgaande acht de Commissie de bestreden uiting op de website te absoluut en om die reden onjuist als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Daarom wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.