RB
Gepubliceerd op dinsdag 17 juli 2012
RB 1457
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Aanprijzing erectiemiddel blijkt misleidend (Deel II)

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00499 (EM5 Erectomedium, erectiemiddel)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In navolging van RB 1355.

Betreft de aanprijzing van het erectiemiddel EM5 Erectomedium op de websites www.erectomedium.nl en www.gezondheidaanhuis.nl.

Op 6 januari 2012 heeft klaagster al eerder een klacht ingediend. De reclame zou misleidend zijn omdat 'het effectieve' ingrediënt geen bewezen effect heeft als erectiemiddel en dat er geen enkel bewijs is dat welke soort epimedium dan ook actief is als erectiemiddel. Op 13 maart 2012 heeft de Commissie de advertentie misleidend geoordeeld. Adverteerder heeft zich daarvan niets aangetrokken.

De Commissie oordeelt nogmaals dat niet is aangetoond of voldoende aannemelijk is gemaakt dat EM5 de werking heeft die daaraan in de uitingen wordt toegeschreven. Om die reden oordeelt de Commissie dat er sprake is van het verstrekken van onjuiste informatie. De reclame is misleidend en daardoor oneerlijk.

Zoals reeds is bepaald in de eerder genoemde uitspraak van de Commissie van 13 maart 2012 (dossier 2012/00074), betekent het verlenen van een toelatingsnummer dat de onderbouwing van de claims in de verpakkingstekst voldoet aan de door de Keuringsraad daarvoor gehanteerde richtlijnen. Dit houdt echter niet in, zoals eveneens is meegedeeld in de eerder genoemde uitspraak, dat de geclaimde werking voldoende wetenschappelijk onderbouwd is.

Adverteerder heeft geen stukken overgelegd ter onderbouwing van de werking van het product EM5.

Gelet op het voorgaande is niet aangetoond of voldoende aannemelijk gemaakt dat EM5 de werking heeft die daaraan in de uitingen wordt toegeschreven. Om die reden oordeelt de Commissie dat in de uitingen onjuiste informatie wordt verstrekt over de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.