Geen suggestie dat Zorgenvriendje in werkelijkheid praat
RCC 3 juni 2014, RB 2168, dossiernr. 2014/00276 (Zorgenvriendje)
Afwijzing. Bijzondere Reclamecode. Het betreft een televisiereclame waarin een meisje in bed ligt te slapen, met naast zich een fantasiepoppetje, een zogenaamd zorgenvriendje. Plotseling doet ze het licht aan omdat ze denkt dat er een monster onder haar bed zit. Het zorgenvriendje gaat kijken, vindt daar een slof van het meisje en zegt: “MMM… monster, oh, oh. Hier je voetenmonster”. Het zorgenvriendje pakt de slof en gooit deze naar het meisje, waarna ze samen moeten lachen. Terwijl gezongen wordt: “Vertel ons al je zorgen en we eten ze op” eet het zorgenvriendje een paar zorgen op, in de vorm van grote blauwe ovaalvormige pillen, en gaan ze weer slapen. Tot slot wordt gezegd: “Al je zorgen weg met het zorgenvriendje. Nu in de winkel.” De klacht is dat de doelgroep van de uiting kleine kinderen zijn en voor hen is de uiting onduidelijk en misleidend. De Commissie wijst de klacht af.
Het oordeel van de Commissie
De uiting is gericht op jonge kinderen met “zorgen” zoals het in de uiting getoonde meisje. Naar het oordeel van de Commissie gaat voor deze doelgroep van de uiting, waarin het meisje met het zorgenvriendje praat, niet de suggestie uit dat het zorgenvriendje in werkelijkheid ook een gesprek kan voeren. Dit geldt ook indien rekening wordt gehouden met het bevattingsvermogen van deze kinderen en hun verwachtingspatroon met betrekking tot de prestaties van het zorgenvriendje als bedoeld in (de toelichting op) artikel 1 van de Kinder- en Jeugdreclamecode.
Dat er jonge kinderen zijn die bij het zien van de uiting mogelijk toch (even) zullen denken dat het zorgenvriendje kan spreken, leidt niet tot een ander oordeel.